Les 2: Alliteratie en assonantie

Inhoud les:
10 min: stillezen
10 min: instructie les 2 
30 min: huiswerk maken 
les 1: poëzieproject afmaken 
les 2: starten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Inhoud les:
10 min: stillezen
10 min: instructie les 2 
30 min: huiswerk maken 
les 1: poëzieproject afmaken 
les 2: starten

Slide 1 - Tekstslide

Enjambement
Soms kiest de dichter ervoor om een zin aan het einde van de regel af te breken en op de volgende regel verder te gaan. Dat noemen we enjambement. De zin gaat dus verder op de volgende regel. 

Let op: dit hoef je niet te benoemen in het project maar het wel goed dat je dit woord een keer hebt gehoord. 

Slide 2 - Tekstslide

Alliteratie
Alliteratie is een soort van medeklinkerrijm. Woorden beginnen dan met dezelfde combinatie van medeklinkers. 
Alliteratie komt altijd in dezelfde regel voor, dus niet door het hele gedicht heen.
Een bekend voorbeeld van alliteratie is:
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan.

Slide 3 - Tekstslide

Alliteratie
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Stevig staat de sterke man uit Stavoren op zijn standplaats.
Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan. 
Heerlijk helder Heineken (alliteratie en assonantie). 

Slide 4 - Tekstslide

Assonantie
Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm. Dit betekent dus dat bij assonantie klinkers (a, e, o, u, i) op elkaar rijmen. 
Bij deze vorm van rijm gaat het dan om de manier waarop de woorden worden uitgesproken, dus niet hoe ze worden geschreven.

Slide 5 - Tekstslide

Assonantie (klinkerrijm):

 


De wijze, kleine, geinige meid
Retteket naar beter bed 
twee halen, een betalen



Slide 6 - Tekstslide

Onzichtbaar
een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint

Slide 7 - Tekstslide

Geef de assonantie aan.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Zelf
probeer nu zelf:
Schrijf een strofe met enjambement
Schrijf een strofe of regel waarin we assonantie zien. 
Schrijf een strofe of regel waarin we alliteratie zien. 

Probeer alliteratie en assonantie toe ter passen in de scène die je met je scrumteam schrijft. 

Slide 10 - Tekstslide