Klas 1 - Chapitre 3 - H

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
Les devoirs: EFG
Réviser
Grammaire: bezittelijk vnw
- Faire: H (ex. 30 - 33)




Les buts: 
- je kunt het vertellen over school
- je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Interview
  1. Comment tu t'appelles?
  2. Tu habites où?
  3. Tu as quel âge?
  4. Tu es en quelle classe?
  5. Tu as quelles matières le jeudi?
  6.  Quelle est ta matière préférée?
  7. Qui est ton prof de maths?
  8. Il / Elle est sévère?

Slide 3 - Tekstslide

être
=
 zijn




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 4 - Sleepvraag

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 5 - Sleepvraag

Les jours de la semaine
Vertaal de dagen van de week naar het Frans. Sleep blauw naar rood!
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 6 - Sleepvraag

tekenen
wiskunde
biologie
de kleine pauze
geschiedenis
les maths
le dessin
la biologie
la récré
l'histoire

Slide 7 - Sleepvraag

de eerste klas
A
la classe une
B
la sixième
C
la cinquième
D
le première

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vervoeging:
Je/J' ...
A
écoutons
B
écoutes
C
écoutent
D
écoute

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vervoeging:
Vous ...
A
parlez
B
parlons
C
parles
D
parlent

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste vervoeging:
Elle ...
A
aimes
B
aimons
C
aime
D
aiment

Slide 11 - Quizvraag

Nous .... les vacances.
A
aimez
B
aime
C
aiment
D
aimons

Slide 12 - Quizvraag


A
il est cinq heures
B
il est quatre heures
C
il est cinq heures et demie
D
il est cinq heures et quart

Slide 13 - Quizvraag


A
il est cinq heures
B
il est quatre heures
C
il est cinq heures et demie
D
il est quatre heures et demie

Slide 14 - Quizvraag


A
il est cinq heures
B
il est une heure et quart
C
il est une heure moins le quart
D
il est deux heures et quart

Slide 15 - Quizvraag


A
il est huit heures moins le quart
B
il est huit heures et quart
C
il est sept heures moins le quart
D
il est huit heures et demie

Slide 16 - Quizvraag


A
il est demi
B
il est douze heures
C
il est zero heure
D
il est midi

Slide 17 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 18 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
- Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is
- De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord dat volgt
   (mannelijk, vrouwelijk, meervoud)

Slide 19 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs

Slide 20 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Attention! 
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat begint met een klinker / h gebruik je het mannelijk bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Tekstslide

(mijn) soeur
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 22 - Quizvraag

(haar) père
A
son
B
sa
C
ses

Slide 23 - Quizvraag

(jouw) parents
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 24 - Quizvraag

(zijn) mère

Slide 25 - Open vraag

(onze) livres

Slide 26 - Open vraag

(hun) frère

Slide 27 - Open vraag

(haar) agenda

Slide 28 - Open vraag

Au travail!
Fais exercice 30 - 32

Slide 29 - Tekstslide