6.3 Migratie naar Nederland

Pluriforme samenleving


3. Migratie naar Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving


3. Migratie naar Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen wat het begrip immigranten betekent en hier een voorbeeld van geven.

  • Je kan de vier belangrijkste factoren van emigratie uitleggen en er een voorbeeld bij geven.

  • Je kent het Nederlandse toelatingsbeleid


Slide 2 - Tekstslide

Er komen 5 vragen aan... 
Ter controle herhaling van de vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Een vooroordeel is gebaseerd op feiten
A
Niet waar
B
Waar

Slide 4 - Quizvraag

Een stereotype is altijd een negatief beeld over een groep mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Je accepteert dat mensen een anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij
A
Vooroordeel
B
Waarden
C
Tolerantie
D
Respect

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip past
bij de afbeelding?
A
Tolerantie
B
Discriminatie
C
Vooroordeel
D
Stereotype

Slide 7 - Quizvraag

Emma is 19 jaar oud en wordt niet aangenomen bij de Jumbo omdat ze te oud is.
A
Tolerantie
B
Discriminatie
C
Vooroordeel
D
Stereotype

Slide 8 - Quizvraag

Maak aantekeningen
Maak aantekeningen

Slide 9 - Tekstslide

Migreren
  • Migreren betekent verhuizen

  • Emigratie is verhuizen naar een ander land

  • Immigratie is als mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen

  • De pluriforme samenleving is dus ook een resultaat van immigratie

Slide 10 - Tekstslide


Allochtoon of autochtoon?


Allochtoon
jij of een van je ouders is in het buitenland geboren (en opgegroeid)

Autochtoon
jij én je beide ouders zijn in Nederland geboren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waarom emigreren mensen naar Nederland?

Slide 13 - Tekstslide


Veiligheid



Door oorlog in het eigen land of 
een andere politiek mening loopt men gevaar

Deze vluchtelingen zoeken asiel (toestemming om te blijven)

Slide 14 - Tekstslide

Werk
Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders)
komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken. Dit gebeurde in de jaren '60 op uitnodiging van Nederlandse bedrijven. 

In de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw: Turken, Marokkanen, Spanjaarden enz.
In de jaren '00 en '10 van de 21e eeuw: Polen, Roemenen en Bulgaren

Slide 15 - Tekstslide

Gastarbeiders 
We kijken een videofragment: 
Geef twee verklaringen waarom er in de jaren 60 veel gastarbeiders naar Nederland kwamen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Schrijf twee verklaringen op waarom er in de jaren 60 veel gastarbeiders naar Nederland kwamen

Slide 18 - Open vraag


Koloniaal verleden


Toen de Nederlandse kolonies onafhankelijk werden,
kozen veel inwoners voor meer zekerheid in Nederland

Sommigen waren bang voor de onzekere economische of 
politieke situatie in hun eigen land

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


Gezin


Gezinshereniging
gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeel de vader hier al woont

Gezinsvorming:
je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen

Slide 21 - Tekstslide


Studie





Studeren in Nederland levert voordelen op voor de
buitenlandse student, maar ook voor de Nederlandse economie

Slide 22 - Tekstslide

Toelatingsbeleid
In Nederland gelden steeds strengere regels om als immigrant te worden toegelaten:
  • Werkzoekenden moeten uit de EU komen of een beroep hebben waar een grote vraag naar is.
  • Gezinsvorming en gezinshereniging: minimaal 21 jaar oud zijn en voldoende inkomen hebben.
  • Vluchtelingen worden alleen toegelaten als ze ernstig gevaar in eigen land lopen.
  • Iedere nieuwkomer moet slagen voor het inburgeringsexamen.

Slide 23 - Tekstslide

Illegalen 
Strenge regels zorgen voor weinig verblijfsvergunningen....


Illegalen => zijn mensen die geen toestemming hebben om hier te wonen en te werken. 


Slide 24 - Tekstslide

Zelfwerktijd PO 
Deadline 31 maart! 

Dit is over 3,5 week al.

Let op! Donderdag geen les, maar gebruik de tijd voor het PO.

Slide 25 - Tekstslide