2ha1 - chapitre 5 - introduction

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kun jij in 1 minuut vertellen over ....
  1. Jouw vakantie
  2. Jouw huisdier
  3. De kledingstijl van een vriend(in)


timer
1:00
2ha1

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 5 : Objectif santé
Blader eens door chapitre 5
- Waar gaat het hoofdstuk over?
- Wat ga je leren in dit hoofdstuk?
- Wat voor teksten ga je lezen?
- Wat ga je luisteren?

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je leren in chapitre 5?

Slide 4 - Open vraag

Wat heb je nodig om te vertellen dat je ziek bent?

Slide 5 - Open vraag

Wat heb je nodig om te kunnen vertellen hoe jij in vorm blijft / gezond blijft?

Slide 6 - Open vraag

Tu es d'accord?
"Je fais du sport deux fois par semaine"
Oui, tout à fait (zeker weten)
Non, pas du tout (helemaal niet)
Encore plus! (zelfs meer)

Slide 7 - Poll

On va regarder + écouter

Waarom zijn er zoveel apotheken in Frankrijk? (in tweetallen)


 
1a

Slide 8 - Tekstslide

On va regarder + écouter

Écoute de nouveau (opnieuw) en omcirkel de woorden die je hoort in de slang.

 
2a

Slide 9 - Tekstslide

Les réponses (de antwoorden)

1 malade
2 tête
3 ventre
4 fièvre
5 mal
6 pharmacie         7 aspirine


 
2a

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding en zet de Franse woorden van 2a op de juiste plek.
2b

Slide 11 - Tekstslide

On va lire + écouter

Écoute le dialogue. Kies het juiste antwoord.


 
5a

Slide 12 - Tekstslide

On va écouter la suite (het vervolg)

Kies het juiste antwoord.


 
5b

Slide 13 - Tekstslide

On va écouter de nouveau (opnieuw) la suite (het vervolg)

Lees de vragen. Kies het juiste antwoord.


 
5c

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs (het huiswerk)
Doe alsof je Julie bent. Schrijf een Whatsapp bericht van 30 woorden aan jouw vriend(in). Vertel over je dag.

Zet de woorden in de juiste kolom. Bedenk daarna een categorie dat erbij hoort.
b=Kies het juiste woord,  c= vertalen


 
5d
6a
6b/c

Slide 15 - Tekstslide