Binnenstebuiten 2

Lessen VSO
Netwerk Filmeducatie
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Speciaal Onderwijs

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lessen VSO
Netwerk Filmeducatie

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij de les over de film Binnenstebuiten 2.
Deze les is bedoeld voor VSO, maar kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden voor PO.
Bekijk de film

Slide 2 - Tekstslide

Voorafgaand aan les 1 wordt de film Binnenstebuiten 2 (2024, 1u 36m) gekeken.
De film is te bekijken via:
Pathé Thuis
Google Play
Disney+ (abonnement)

4 lessen:

Les 1: Welke emoties zijn er?
Les 2: Welke emoties heeft Riley?
Les 3: Welke emoties heb jij zelf?
Les 4: Welke andere woorden zijn er voor de emoties?
Les 5: Veel tegelijk voelen

Slide 3 - Tekstslide

Lesoverzicht voor de leerlingen. Wat gaan we doen?
Vertel de leerlingen dat er 5 lessen zijn van 15 - 20 minuten en geef aan wanneer de lessen zullen plaatsvinden (bijvoorbeeld verspreid over de week). Alle lessen in één keer doen is mogelijk, maar niet aan te raden.
Les 1 welke emoties zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plezier
Verdriet
Woede
Angst
Afkeer

Slide 5 - Sleepvraag

We gaan nog even terug naar de oude emoties van Riley uit de eerste film. 
Via de sleepvraag in Lessonup kunnen de leerlingen via het Digibord aangeven welke emotie bij welk personage hoort, door de goede personages naar juiste emoties te slepen.

Wat gebeurt er wanneer het alarm afgaat?
Fragment
11:12 - 12:18

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

puberteit

Slide 7 - Woordweb

Waar denken de leerlingen aan bij het woord puberteit?
Verveling
Verlegenheid
Onzekerheid
Jaloezie

Slide 8 - Sleepvraag

In de film komen er 4 emoties bij in de puberteit. Via de sleepvraag in Lessonup kunnen de leerlingen via het Digibord aangeven welke emotie bij welk personage hoort, door de goede personages naar juiste emoties te slepen.

Slide 9 - Tekstslide

Op elke slide staat 1 karakter/emotie. Laat de leerlingen het karakter zien en vraag hen of zij nog weten hoe dit karakter heet en welke emotie dit karakter voorstelt.
Dit is Onzekerheid.
Vraag de leerlingen: wat is de emotie onzekerheid eigenlijk? Laat ze de emotie omschrijven bijvoorbeeld: 'zenuwachtig zijn'
Vraag eventueel door met: Wat doen mensen die onzeker zijn? Leerlingen kunnen voorbeelden waarover je onzeker kunt zijn, maar kunnen ook voorbeelden geven over hoe mensen zich gedragen: bv 'alles goed willen doen'
Dit mag een gesprek zijn over 'mensen in het algemeen'. In les 3 wordt er ingegaan op hun eigen emoties.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen het karakter zien en vraag hen of zij nog weten hoe dit karakter heet en welke emotie dit karakter voorstelt.
Dit is Verveling.
Vraag de leerlingen: wat is de emotie verveling eigenlijk? Laat ze de emotie omschrijven bijvoorbeeld: 'nergens zin in hebben'
Vraag eventueel door met: Wat doen mensen die zich vervelen? Leerlingen kunnen voorbeelden geven van wanneer je je verveeld, maar kunnen ook voorbeelden geven over hoe mensen zich gedragen: op de bank hangen, op je telefoon zitten, etc.
Dit mag een gesprek zijn over 'mensen in het algemeen'. In les 3 wordt er ingegaan op hun eigen emoties.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen het karakter zien en vraag hen of zij nog weten hoe dit karakter heet en welke emotie dit karakter voorstelt.
Dit is jaloezie.
Vraag de leerlingen: wat is de emotie jaloezie eigenlijk? Laat ze de emotie omschrijven bijvoorbeeld: ''iets graag willen hebben wat de ander heeft
Vraag eventueel door met: Wat doen mensen als ze jaloers zijn? Leerlingen kunnen voorbeelden geven van waar je jaloers om kan zijn, maar kunnen ook voorbeelden geven over hoe mensen zich gedragen.
fragment 
19.13- 19.28

Slide 12 - Tekstslide

Laat de leerlingen het karakter zien en vraag hen of zij nog weten hoe dit karakter heet en welke emotie dit karakter voorstelt.
Dit is Verlegenheid.
Vraag de leerlingen: wat is de emotie vertlegenheid eigenlijk? Laat ze de emotie omschrijven bijvoorbeeld: 'iets niet durven'
Vraag eventueel door met: Wat doen mensen als ze verlegen zijn? Leerlingen kunnen voorbeelden geven van wanneer je je verlegen voelt, maar kunnen ook voorbeelden geven over hoe mensen die verlegen zijn zich gedragen: ; 'niet willen opvallen', 'rood worden', 'zacht praten' etc
Fragment
18.11- 18.47

Slide 13 - Tekstslide

info volgt
fragment
19.43- 20.05

Slide 14 - Tekstslide

info volgt
Fragment
18.50- 19.07

Slide 15 - Tekstslide

info volgt
fragment 
19.13- 19.28

Slide 16 - Tekstslide

info volgt
Les 2 Welke emoties heeft Riley?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Kijk naar het gezicht van Riley. Welke emotie heeft Riley als wanneer ze Val ontmoet en d'r haar bewondert?
Jaloezie

Slide 19 - Tekstslide


Kijk weer naar het gezicht van Riley. Welke emotie heeft ze hier?
verlegenheid
Waaraan kan je dat zien?
ze wordt rood
Welke emotie heeft Riley niet?
A
verveling
B
plezier
C
verbazing
D
onzekerheid

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat gebeurt er met de oude emoties van Riley
A
ze worden vrienden met de nieuwe emoties
B
ze worden in een glazen pot gestopt
C
ze willen niet meer mee doen
D
ze vieren een feestje

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke emoties had Riley wanneer ze een grap maakt in de kleedkamer, maar de andere meiden lachen er niet om
A
jaloezie
B
boosheid
C
verveling
D
verlegenheid

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke emotie heeft Riley wanneer ze aan het einde van de film een hockeywedstrijd speelt en perse wil winnen, maar ze moet aan de kant zitten?
A
onzekerheid
B
verveling
C
jaloezie
D
plezier

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les 3 welke emoties heb jij zelf?

Slide 24 - Tekstslide

We hebben onderzocht naar de emoties van Riley.
Tijdens deze les gaan kijken we naar jouw eigen emoties.
Tip: geeft, om de drempel voor de leerlingen te verlagen,  ook voorbeelden van je eigen emoties. 

Slide 25 - Tekstslide

Vraag de leerlingen personages welke zij het leukst vonden om naar te kijken in de film?
Waarom?
Misschien zijn dit wel emoties die ze bij zichzelf herkennen of juist helemaal niet!

Slide 26 - Tekstslide

Vraag de leerlingen personages welke zij het minst leukst vonden om naar te kijken in de film?
Waarom?
Misschien zijn dit wel emoties die ze bij zichzelf herkennen of juist helemaal niet!

Slide 27 - Tekstslide

Vraag de leerlingen: Welke emoties voel jij het vaakst?
De leerlingen mogen twee emoties uitkiezen.

Slide 28 - Tekstslide

Vraag de leerlingen: wie had er voor onzekerheid gekozen? En waarom?
Ga het gesprek aan met leerlingen.
Wanneer voelde jij te voor het laatst onzeker? Waarom? 

Slide 29 - Tekstslide

Vraag de leerlingen: wie had er verveling gekozen? En waarom?
Ga het gesprek aan met leerlingen.
Wanneer voelde jij je voor het laatst verveeld? Waarom? 

Slide 30 - Tekstslide

Vraag de leerlingen: wie had er voor jaloezie gekozen? En waarom?
Ga het gesprek aan met leerlingen.
Wanneer had was jij voor het laatst jaloers? En waarom?

Slide 31 - Tekstslide

Vraag de leerlingen: wie had er voor verlegenheid gekozen? En waarom?
Ga het gesprek aan met leerlingen.
Wanneer was je voor het laatst verlegen? En waarom?
Les 4 welke andere woorden zijn er voor de emoties?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlegenheid

Slide 33 - Woordweb

Vraag de leerlingen welke woorden er nog meer zijn voor verlegenheid
Zoals schaamte, schuw, iets niet durven, rood worden, je willen verstoppen
Jaloezie

Slide 34 - Woordweb

Vraag de leerlingen welke woorden er nog meer zijn voor jaloezie of iemand die jaloers is. 
Zoals iets graag willen wat een ander heeft, veel naar andere kijken
Verveling

Slide 35 - Woordweb

Vraag de leerlingen welke woorden er nog meer zijn voor voor verveling of met verveling te maken hebben.
Zoals saai, op de bank hangen, ongeïnteresseerd, gapen
Onzekerheid

Slide 36 - Woordweb

Vraag de leerlingen welke woorden er nog meer zijn voor onzekerheid.
Zoals nerveus zijn, twijfelen, controle willen hebben
Welke woorden passen bij verlegenheid
A
lachen, springen
B
onopvallend willen zijn, rood worden
C
onderuitgezakt zitten, gapen
D
alles onder controle willen houden

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke woorden passen bij jaloezie?
A
kwaad, ruzie
B
alles onder controle willen houden
C
vergelijken met anderen
D
lachen, springen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke woorden passen bij verveling?
A
onderuitgezakt zitten, gapen
B
kwaad, ruzie
C
alles onder controle willen houden
D
paniek, help

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke woorden passen bij onzekerheid?
A
eenzaam, treurig
B
kwaad, ruzie
C
zingen, huppelen
D
alles onder controle willen houden

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les 5 veel tegelijk voelen

Slide 41 - Tekstslide

In deze les gaan we in op het einde van de film, waarin Riley tijdens een Hockeywedstrijd indruk probeert te maken op haar teamgenoten en een paniekaanval krijgt. 
Het zal voor sommige leerlingen een wat lastigere les zijn, omdat er meerdere emoties tegelijkertijd een rol in spelen. 
fragment
1.15.24- 1.16.18

Slide 42 - Tekstslide

Bekijk het fragment

Slide 43 - Tekstslide


In de scene heeft Riley een paniekaanval en worden al haar emoties, met name de onzekerheid, haar teveel

Vraag voor de leerlingen: Wat gebeurt er op dit moment in de film?
Voel je ook wel eens zoveel tegelijk dat je even niet meer weet wat je moet doen en in paniek raakt?

Slide 44 - Tekstslide


Wat helpt je om weer rustig te worden als het allemaal even teveel wordt?
Fragement
1.21.58- 1.22.37

Slide 45 - Tekstslide

Bedank de leerlingen voor hun aandacht en openheid.
Sluit af met de positieve slotscene van de film op deze slide.
Einde!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies