De Bouw en Functies van de Huid

De Bouw en Functies van de Huid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Bouw en Functies van de Huid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- De bouw van de huid beschrijven.
- De functies van de huid benoemen.
- Belangrijke begrippen omtrent de huid herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen leren.
Wat weet jij al over de huid?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De Huid
De huid is het grootste orgaan van ons lichaam. Het bestaat uit drie lagen: de opperhuid, de lederhuid en het onderhuidse bindweefsel.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat de huid is en wat de drie lagen zijn.
Opperhuid
De opperhuid is de buitenste laag van de huid. Het bevat de hoornlaag en de kiemlaag.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf wat de opperhuid is en welke twee lagen het bevat.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoornlaag
De hoornlaag is de bovenste laag van de opperhuid en bestaat uit dode huidcellen. Het beschermt de huid tegen uitdroging en beschadiging.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat de hoornlaag is en wat het doet.
Kiemlaag
De kiemlaag is de onderste laag van de opperhuid. Hier worden nieuwe huidcellen gevormd.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de kiemlaag en zijn functie.
Lederhuid
De lederhuid is de middelste laag van de huid. Hier bevinden zich de zweetklieren, haarzakjes en talgklieren.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de lederhuid en wat erin bevindt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zweetklieren
Zweetklieren produceren zweet, wat het lichaam helpt afkoelen en afvalstoffen verwijdert.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat zweetklieren zijn en wat ze doen.
Haarzakjes
Haarzakjes produceren haar en helpen het lichaam warm te houden.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf haarzakjes en hun functie.
Talgklieren
Talgklieren produceren talg, wat helpt om de huid soepel te houden en te beschermen tegen uitdroging.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat talgklieren zijn en wat ze doen.
Onderhuidse Bindweefsel
Het onderhuidse bindweefsel is de laag onder de lederhuid. Het zorgt voor stevigheid en elasticiteit van de huid.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf het onderhuidse bindweefsel en zijn functie.
Doorbloeding
De huid heeft een belangrijke functie in de doorbloeding van het lichaam. De bloedvaten in de huid zorgen voor de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat de rol van de huid is in de doorbloeding van het lichaam.
Brandwond
Een brandwond is een beschadiging van de huid door hitte, straling, chemische stoffen of elektriciteit. Bij een brandwond kan de huid beschadigd raken tot in de lederhuid of het onderhuidse bindweefsel.

Slide 16 - Tekstslide

Beschrijf wat een brandwond is en wat de verschillende oorzaken zijn.
Samenvatting
De huid is het grootste orgaan van ons lichaam en bestaat uit drie lagen: de opperhuid, de lederhuid en het onderhuidse bindweefsel. Belangrijke begrippen zijn onder andere de hoornlaag, kiemlaag, zweetklieren, haarzakjes, talgklieren, doorbloeding en brandwond.

Slide 17 - Tekstslide

Vat de belangrijkste informatie van de les samen.
Quiz
Test je kennis over de huid met deze quiz!

Slide 18 - Tekstslide

Gebruik een interactief element zoals een Kahoot-quiz om de kennis van de leerlingen te testen.
Stilte werktijd - Niet vergeten lijst
Opperhuid: De buitenste laag van de huid, die bestaat uit dode huidcellen die voortdurend worden vervangen door nieuwe cellen die vanuit de onderliggende kiemlaag worden aangemaakt.
Hoornlaag: De bovenste laag van de opperhuid, die bestaat uit dode, verhoornde huidcellen die dienen als bescherming tegen invloeden van buitenaf.
Kiemlaag: De onderste laag van de opperhuid, waarin nieuwe huidcellen worden aangemaakt die zich vervolgens naar boven toe verplaatsen en de oude, dode cellen in de hoornlaag vervangen.
Lederhuid: De laag onder de opperhuid, die bestaat uit bindweefsel, bloedvaten, zenuwen en haarzakjes. De lederhuid zorgt voor de stevigheid en elasticiteit van de huid.
Zweetklieren: Klieren in de huid die zweet produceren en afgeven via poriën aan het huidoppervlak. Zweet dient om de lichaamstemperatuur te reguleren en afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2
Doorbloeding: De bloedstroom door de huid, die essentieel is voor de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de huidcellen en de afvoer van afvalstoffen.
Haarzakje: Een holte in de lederhuid waaruit een haar groeit. Het haarzakje bevat ook talgklieren die talg produceren, een vettige substantie die het haar en de huid soepel houdt.
Talgklieren: Klieren in de huid die talg produceren en afgeven aan de haarzakjes. Talg dient om de huid en het haar soepel te houden en te beschermen tegen uitdroging.
Onderhuidse bindweefsel: De laag onder de lederhuid, die bestaat uit los bindweefsel en vetweefsel. Het onderhuidse bindweefsel dient als isolatie, energieopslag en bescherming tegen stoten.
Brandwond: Een beschadiging van de huid als gevolg van blootstelling aan hitte, chemicaliën of straling. Brandwonden worden ingedeeld naar de ernst van de beschadiging en kunnen gepaard gaan met pijn, roodheid, blaren en littekens.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.