wk. 19 Woordenschat par.2 / Lezen

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

Laptop
Boek Nieuw Nederlands
Schrift
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

Laptop
Boek Nieuw Nederlands
Schrift

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3
  • week 19:     Lezen en Woordenschat, par. 1 en 2.
  • week 20:     Lezen en Woordenschat, par.3 Klimaat,   
  •                         Fictiedossier
  • week 21:      Lezen en Woordenschat, par. 4 Bouwen
  • week 22:      Herhaling Lezen en Woordenschat, Fictiedossier
  • week 23:     Toets Lezen en Woordenschat
  • week 24:      Inleveren fictiedossier 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je werkt aan je woordenschat.
  • Je leert de betekenis van onbekende woorden.
  • Herhaling van woordraadstrategieën.

Slide 3 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
  • Achterhaal de betekenis van onbekende woorden:
  • Zoek een synoniem 
  • Zoek een omschrijving
  • zoals een voorbeeld
  • zoek een tegenstelling
  • zoek een bekend woorddeel

Slide 4 - Tekstslide

Tekst lezen
  • Oriënterend lezen/onderwerp
  • Globaal lezen/ deelonderwerpen
  • Precies lezen /hoofdgedachte
  • Woordraadstrategieën
  • Woordweb maken
Schema's maken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Versleep de blauwe vlakjes, naar de juiste tekst
Zoek in het woord dat je niet kent een stukje dat je wel kent.
Dit is een andere woord, maar het betekent hetzelfde.
Zoek in de tekst naar iets wat het tegenovergestelde betekent.
Let op woorden: zoals, bijvoorbeeld, 
Voorbeeld
Synoniem
Bekend woorddeel
Tegenstelling
woordenboek

Slide 7 - Sleepvraag

Welke woordraadstrategie?
  1. Lees de zin.
  2. Met welke woordraadstrategie kun je de betekenis van het onbekende woord achterhalen?

Slide 8 - Tekstslide

Toen Kylian net corona had gehad, had hij weinig kracht en niet veel zin om iets te doen, maar nu zit hij gelukkig weer vol energie.
A
omschrijving
B
synoniem
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 9 - Quizvraag

Symptomen zoals hoofdpijn, koorts, keelpijn en hoesten kunnen erop wijzen dat je griep hebt.
A
omschrijving
B
synoniem
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn symptomen?
Leg met behulp van de voorbeelden hoofdpijn, koorts, keelpijn en hoesten uit wat ‘symptomen’ zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Huiswerk do. 15 mei
Maak in de digitale methode:
KT: Woordenschat, par. 1 Kopen,  opdr. 1 t/m 5
                           Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.  
  • Woordenschat, par. 2 Internationaal,  opdr. 1 t/m 5
                           Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1 en 2  in je woordlijst

BK: Woordenschat, par.1 Kopen, maak opdr. 1 t/m 5
                         Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.
  • Woordenschat, par.2 Internationaal, maak opdr. 1 t/m 5
                        Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.


Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk ....
 Maak in je boek en schrift: 
  • BK: Thema A, par.6 opdracht 1 en 2
  • Schrijf de woorden en betekenissen in je schrift.
  • KT: Thema A, par.6. opdracht 1 en 2
  • Schrijf de woorden en betekenissen in je schrift!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Huiswerk do. 15 mei
Maak in de digitale methode:
KT: Woordenschat, par. 1 Kopen,  opdr. 1 t/m 5
                           Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.  
  • Woordenschat, par. 2 Internationaal,  opdr. 1 t/m 5
                           Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1 en 2  in je woordlijst

BK: Woordenschat, par.1 Kopen, maak opdr. 1 t/m 5
                         Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.
  • Woordenschat, par.2 Internationaal, maak opdr. 1 t/m 5
                        Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.


Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk ....
 Maak in je boek en schrift: 
  • BK: Thema B, par.2 opdracht 1, 2 en 3
  • Schrijf de woorden en betekenissen uit opdr. 1 en 3 in je schrift.
  • KT: Thema B, par.2. opdracht 1, 2 en 3.
  • Schrijf de woorden en betekenissen uit opdr. 1 en opdr. 3 in je schrift!

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk do. 15 mei
Maak in de digitale methode:
KT: Woordenschat, par. 1 Kopen,  opdr. 1 t/m 5
                           Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.  
  • Woordenschat, par. 2 Internationaal,  opdr. 1 t/m 5
                           Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1 en 2  in je woordlijst

BK: Woordenschat, par.1 Kopen, maak opdr. 1 t/m 5
                         Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.
  • Woordenschat, par.2 Internationaal, maak opdr. 1 t/m 5
                        Schrijf de woorden en betekenissen/synoniemen uit opdr. 1, 2 en 3 in je woordlijst.


Slide 18 - Tekstslide

wk. 19 Woordenschat par.2 / Lezen

Slide 19 - Tekstslide