3.4 - C - Mythen en mummies

3.4 - A -  Mythen en mummies
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.4 - A -  Mythen en mummies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen waarom de godsdienst van de Egyptenaren leidt tot een grote macht van de farao. 

  • Je kunt uitleggen waarom de Egyptenaren hun doden mummificeren en hoe deze mummificering werd toegepast.  

  • Je kunt uitleggen wat verandering en continuïteit betekent. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Egyptische goden en bestuur
  • Mythen
  • Schooltv
  • Dodenrijk
  • Mummificeren 
  • Verandering en continuïteit
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egyptische goden en bestuur (1)
  • Goden werden vereerd in tempels: een gebouw waar één of meerdere goden worden vereerd.

  • Zonder verering zou de zon niet schijnen en zou de Nijl droogvallen.

  • Vereren van natuurkrachten: natuurgodsdienst.

  • Natuurgodsdiensten in  Azië en Afrika..



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egyptische goden en bestuur (2)
  • In Egypte geloofden ze niet in één god, maar in meerdere goden. Dit noem je een polytheïstische godsdienst.

  • De farao onderhield contact met de goden en moest daarom ook wel goddelijk zijn. 

  • De farao werd ook als god gezien en daarom was hij nog machtiger. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mythen
  • De Egyptenaren vertelden elkaar allemaal verhalen over het ontstaan van de goden.

  • Deze verhalen werden ook gebruikt om natuurverschijnselen te verklaren. Je noemt deze verhalen mythen.

  • Al deze verhalen samen noem je mythologie.  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

04:29-06.28
Het dodenrijk
  • Egyptenaren geloofden in een leven na de dood in het dodenrijk. 

  • Het  dodenrijk was daar waar de zon onderging. 

  • Het leven op aarde was een voorbereiding op het leven in het dodenrijk. 

  • In het dodenrijk deed iedereen hetzelfde werk als op aarde. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven.
    Men moet heelhuids het dodenrijk betreden. 


  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen.
  • Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie.
  • Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
  • Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De vallei der Koningen



  • Aanvankelijk werden farao's begraven in piramides. 
  • Deze graven werden leeggeroofd door grafrovers vanwege de mooie spullen die werden meegegeven.
  • Daarom werden farao's later begraven in de vallei der Koningen.  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering en continuïteit 
  • In de geschiedenis zijn er veel veranderingen, er gebeurt iets nieuws. 

  • Denk maak aan de neolithische revolutie. 

  • Maar er zijn ook heel veel zaken die hetzelfde blijven, dit noem je continuïteit.

  • Verandering en continuïteit komen tegelijkertijd voor. Want landbouw en jagen-verzamelen bestond lange tijd naast elkaar. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Zelfstandig werken


  • Je gaat de invulsamenvattingen van paragraaf 3.2, 3.3 en 3.4 maken. Daarvoor moet je goed de tekst lezen van deze paragrafen.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen waarom de godsdienst van de Egyptenaren leidt tot een grote macht van de farao. 

  • Je kunt uitleggen waarom de Egyptenaren hun doden mummificeren en hoe deze mummificering werd toegepast.  

  • Je kunt uitleggen wat verandering en continuïteit betekent. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies