Les 8 Rekenen aan reacties & voorbereiden TW2

DEZE LES
  • herhaling H3 Zouten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

DEZE LES
  • herhaling H3 Zouten

Slide 1 - Tekstslide

REKENEN AAN REACTIES

Slide 2 - Tekstslide

4.4 opdr 44 t/m 47
BESPREKEN

Slide 3 - Tekstslide

  • a: CH4(g) + 2 H2O (g) → CO2 (g) + 3 H2(g)
  • b: 1 kg waterstof = 1 : 2,016 = 0,496 kmol
  •      molverhouding is 1 : 3, dus 1/3 x 0,496                     = 0,165 kmol koolstofdioxide
  •     0,165 x 16,043 = 2,65 kg koolstofdioxide

Slide 4 - Tekstslide

  • a: 2 C16H34(g) + 49 O2 (g) → 32 CO2 (g) + 34 H2O(g)

Slide 5 - Tekstslide

a: 2 C16H34(g) + 32 O2 (g) → 32 CO2 (g) + 34 H2O(g)
  • b: 20 L = 20 dm3 = 0,02 m3
  •     m = 0,02 x 0,84 x 103 = 1680 kg

Slide 6 - Tekstslide

a: 2 C16H34(g) + 32 O2 (g) → 32 CO2 (g) + 34 H2O(g)
  • c: m  =  1680 kg = 1680 x 103 g
  •     chem hoe. = 1680 x 103 : 226,432 = 7419 mol

Slide 7 - Tekstslide

a: 2 C16H34(g) + 32 O2 (g) → 32 CO2 (g) + 34 H2O(g)
  • d: chem hoe. =  7419 mol diesel
  •      molverhouding = 1 : 16 (2 : 32)
  •      chem hoe = 7419 x 16 = 118711 mol CO2

Slide 8 - Tekstslide

2 C16H34(g) + 32 O2 (g) → 32 CO2 (g) + 34 H2O(g)
  • e: chem hoe = 118711 mol CO2
  • m = 118711 x 44,010 = 5224477 g = 5224 kg
  • m = 5224 x 650 / 100 x 2 = 67912 g = 67,912 kg
  • m = 6,8 x 101 kg of 68 kg

Slide 9 - Tekstslide

  • a: Anders is er geen waterstofsulfide over                 voor stap 2.

Slide 10 - Tekstslide

  • b: verhouding = 6 : 3 (2 : 1) , dus 60 = 30 mol
  • c: verhouding = 6 : 6 (1 : 1), dus 60 mol zwavel
  •      = 60 x 32,06 = 1924 g
  •      = 1924 g = 1,9 kg

Slide 11 - Tekstslide

  • a: C6H12O6 + 6 O26 CO2 (g) + 6 H2O(l)

Slide 12 - Tekstslide

  • b: verhouding 1 : 6, dus 6 mol zuurstof
  •      6 x 25 = 150 dm3 zuurstof
  •      2,8 x 103 kJ : 150 = 19 kJ per dm3 zuurstof
a: C6H12O6 + 6 O26 CO2 (g) + 6 H2O(l)
    1 mol glucose levert 2,8 x 103 kJ aan energie

Slide 13 - Tekstslide

VOORBEREIDING TW2
H3 Zouten

Slide 14 - Tekstslide

Oplossen van zouten (tabel 45A)
  • Controleer eerst of het zout goed/matig/slecht oplosbaar is.
  • Bij goed oplosbaar, dan oplosvergelijking. 
  • voorbeeld:
  • oplossen van bariumnitraat
  • Ba(NO3)3 (s) → Ba2+(aq) + 3 NO3-(aq)
  • indampen van aluminium-ethanoaat oplossing
  • Al3+(aq) + 3 CH3COO-(aq) → Al(CH3COO)3 (s)

Slide 15 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking van het zout natriumfosfaat. Schrijf dit op in je schrift, maak een foto en voeg de foto toe aan deze vraag.

Slide 16 - Open vraag

Oplossen van zouten (tabel 45A)
Geef de oplosvergelijking van het zout natriumfosfaat.
  • Na3PO4 (s) → 3 Na+ (aq) + PO43-(aq)

Slide 17 - Tekstslide

Geef de indampvergelijking van een oplossing van kopersulfaat. Schrijf dit op in je schrift, maak een foto en voeg de foto toe aan deze vraag.

Slide 18 - Open vraag

Oplossen van zouten (tabel 45A)
Geef de indampvergelijking van een oplossing van kopersulfaat.


  •   Cu2+ (aq) + SO42-(aq) → CuSO4 (s)

Slide 19 - Tekstslide

Welke kleur heeft een oplossing van kopersulfaat?
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw

Slide 20 - Quizvraag

Sleep het juiste zout of deeltje naar de juiste kleur.
groen
lichtgeel
geelgroen
rood
Cr3+
Fe3+
Fe2S3
Pb3O4

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is de rationele naam van de stof met de naam 'bitterzout'.

Slide 22 - Open vraag

Hoeveel watermoleculen zijn er gebonden aan het zout kopervitriool?

Slide 23 - Open vraag

Welke zoutoplossingen moet je samenvoegen op het zout bariumcarbonaat te krijgen?
A
bariumfosfaat met natriumcarbonaat
B
bariumnitraat met natriumcarbonaat
C
bariumsulfaat met kaliumcarbonaat
D
bariumnitraat met calciumcarbonaat

Slide 24 - Quizvraag

Welk zout houd je na indampen over als je een kaliumchloride oplossing met zilvernitraat oplossing laat reageren en de neerslag verwijderd?

Slide 25 - Open vraag

Bereken het massapercentage water in het zout 'gips'. Schrijf je berekening op in je schrift, maak een foto en voeg de foto toe aan deze vraag.

Slide 26 - Open vraag

  • formule gips =  CaSO4 . 2 H2O (s)
  • massa water = 2 x 18,015 = 36,03 u (= g/mol)
  • massa gips = 136,14 + 36,03 = 172,17 u

  • m% = deel / geheel x 100% 
  •          = 36,03 / 172,17 x 100%
  •          = 21%

Slide 27 - Tekstslide

AFSLUITING

Slide 28 - Tekstslide