Leesvaardigheid verzamelmap start
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Het voegwoord: want
is een ...................voegwoord
is een ...................voegwoord
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen)
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin)
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen voegwoord?
A
als
B
eerst
C
want
D
omdat
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een hoofdzin?
A
Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar.
B
Het onderwerp en de persoonsvorm staan niet naast elkaar
Slide 5 - Quizvraag
Hij kan zich niet concentreren, doordat zijn radio aan is.
Bijzin
Hoofdzin
Slide 6 - Sleepvraag
Wat ontbreekt er in een beknopte bijzin?
A
alleen het onderwerp
B
alleen de persoonsvorm
C
de persoonsvorm + het onderwerp
D
de persoonsvorm + het lijdend voorwerp
Slide 7 - Quizvraag
Bijzin of beknopte bijzin?
Zonder te kijken staken de kleuters de straat over.
Zonder te kijken staken de kleuters de straat over.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin
Slide 8 - Quizvraag
Foutieve beknopte bijzin
Beknopte bijzin
Hoofdzin
Denkbeeldig onderwerp
ow+pv naast elkaar
Ow komt niet overeen met hoofdzin.
(on)voltooid deelwoord
Hoofdzin veranderen of er een bijzin van maken
Slide 9 - Sleepvraag
Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin
Slide 10 - Quizvraag
Breed grijnzend vertelde hij over zijn overwinning.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin
Slide 11 - Quizvraag
Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin
Slide 12 - Quizvraag
We hebben geleerd netjes met mes en vork te eten.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin
Slide 13 - Quizvraag
Denkend aan zijn mooie vakantie werd het fotoalbum doorgebladerd.
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin
