15/5 LnH

Welkom LnH!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom LnH!

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • stillezen + woordenschat 
  • toets ob Grammatica woordsoorten 23 mei
  • bb: werken aan opdracht stencil 
  • ob: herhalen uitleg bijwoord en zelf nakijken opdrachten bijwoord

Slide 2 - Tekstslide

stillezen
  • Schrijf moeilijke woorden op in je schrift en op het blaadje
  • 2 aparte woordenlijsten
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

ob Grammatica

  • herhaling woordsoorten
  • nakijken opdrachten stencil bijwoord

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
  • werkwoord (ww)
  • zelfstandig naamwoord (zn)
  • lidwoord (lw) - bepaald en onbepaald
  • bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • voorzetsel (vz)
  • (bijwoord (bw)) pers.vnw/bez.vnw
Oefenen op Cambiumned.nl: Grammatica woordsoorten

Slide 5 - Tekstslide

Bijwoord (bw)

1. geeft extra info over een ander woord in de zin (behalve een zn)

- een werkwoord

-een ander bijwoord

- een bijvoeg. nw

2. Kan een tijd, plaats of reden aangeven (staat zelfstandig)

3. kan een mening / hoedanigheid aangeven

4. Een aantal vraagwoorden is ook een bijwoord

5. De woordjes wel/niet zijn bijwoord

6. Alles wat overblijft in een zin


Slide 6 - Tekstslide

voorbeelden van een bijwoord (bw)
1.  Het was heel leuk. -> heel
Ze was heel erg aardig-> erg + heel
2. vandaag, morgen, straks, nu, daar, hier enz.
3. woorden als: natuurlijk, zeker en andere woorden die overblijven
4. Waar, wanneer, waarom, hoe, enz. (woorden waarmee je de bwb opzoekt)
5. wel + niet
6. woorden die iets over een werkwoord zeggen: Hij loopt snel. -> snel
Ze eet onbeschoft. ->onbeschoft





Slide 7 - Tekstslide

Opdracht par. 12 bijwoord
1.a. ontzettend-C, laatst
b. misschien-A
c. helemaal-C, omhoog-B
d. weerom-B
e. heel - D, luid-C
f. waar-A
2. boven=bw,te-te gek=bw, boven=bw,overige woorden zijn voorzetsels
3. 1. flink-bw, behoorlijk-bw, zwaar-bn
2. behoorlijk-bw, heel-bw
3. flink-bw, erg-bw
4. zwaar-bw, heel-bw, erg-bn

Slide 8 - Tekstslide

ob: oefenen 
  • oefenen op Ipad:
  • Cambiumned.nl
Grammatica - woordsoorten

Slide 9 - Tekstslide

Poëzie

  • in tweetal bespreken gemaakte opdracht bij zelfgekozen gedicht
  • gezamenlijk bespreken opdracht 
  • (bespreken opdracht 2 stencil)
  • toets poëzie afspreken

Slide 10 - Tekstslide

Nieuwsquiz week 20

Slide 11 - Tekstslide

spreekoefeningen Vlot Nederlands bb
  • blz. 115: speel de situatie na 

Slide 12 - Tekstslide

spreekopdrachten situaties
  • Je heb een kennismakingsgesprek met je nieuwe coach op je nieuwe school. In het gesprek vraagt hij/zij: Stel jezelf voor/vertel iets over je achtergrond (waar kom je vandaan, hoe lang ben je in Nederland, welke scholen heb je gevolgd) , waarom wil je deze opleiding doen, hoe goed is jouw Nederlands. Speel de situatie na.
  • De docent heeft een toets opgegeven voor morgen, maar je hebt niet kunnen leren omdat je opa is overleden en je dus verdrietig was. Je gaat met de docent in gesprek en vraagt wanneer je de toets kan maken. De docent vindt het niet direct goed. Probeer hem ervan te overtuigen dat je je niet kon concentreren. Speel de situatie na.
  • Je hebt een broodje kroket gekocht bij de Mac, maar de kroket smaakt bedorven. Ook zit er geen saus op de kroket. Je gaat terug en vertelt dit aan de verkoper. Maak hem vriendelijk duidelijk dat je een nieuwe kroket wilt. Hij doet eerst moeilijk, maar gaat later akkoord.

Slide 13 - Tekstslide

Dagopening 

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb jij in de vakantie gedaan?
In de vakantie heb ik:

Oefening voltooid deelwoorden maken

Slide 15 - Tekstslide

Benoem de onderstreepte woorden. Kies uit de volgende woordsoorten: ww, lw (olw/blw), zn, bn, vz, bw
1. Vandaag mag mijn moeder eindelijk naar huis.
2. Wil je voorzichtig de koffie inschenken?
3. Buiten loopt het meisje verdrietig naar school.
4. De docent leest heel hard de namen voor.
5. Natuurlijk krijg je van mij ook een koek.

Slide 16 - Tekstslide