Taal en taalverschijnselen- dialecten en leenwoorden

Taal en taalverschijnselen 3
Taalvariatie en taalverandering: 
over dialecten en leenwoorden
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal en taalverschijnselen 3
Taalvariatie en taalverandering: 
over dialecten en leenwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Dialecten
Het Tilburgs 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'goaperd'?

Slide 3 - Woordweb

Wat betekent appetjoek?
A
schatje
B
stommeling
C
appelflap
D
slager

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent 'meepessant'?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent 'louwe'?
A
kijken
B
halfwarme
C
slapen
D
koude

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent 'neffe'?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent 'klôotvèèger'?
A
verkeersagent
B
blije gup
C
misselijke vent
D
huisvrouw

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent 'fistje'?

Slide 9 - Open vraag

Dialecten
Het Vlaams

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'ondertas'?

Slide 11 - Woordweb

Wat betekent 'bloemzak'?
A
vaas
B
slappeling
C
sporter
D
bloembol

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'op kot gaan'?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent 'plattekaas'?
A
boter
B
tosti
C
kaasplakken
D
kwark

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent 'droogkuis'?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent 'speen'?
A
puist
B
aambei
C
moedervlek
D
schaafwond

Slide 16 - Quizvraag

Leenwoorden
Van alles wat!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Leenwoorden komen altijd uit het Engels.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Uit welke taal is knäckebröt een leenwoord?
A
Pools
B
Deens
C
Duits
D
Zweeds

Slide 20 - Quizvraag

Het woord 'ambulance' is een leenwoord en komt uit het
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Arabisch

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?

A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel

Slide 23 - Quizvraag

Uit welke taal zijn de onderstaande leenwoorden afkomstig?
Arabisch
Duits
Frans
Engels
Latijn
matras, koffie, caravan
föhn, ober, sowieso
chauffeur, horloge, ambulance
flat, team, baby
museum, agenda,
datum

Slide 24 - Sleepvraag

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 25 - Quizvraag

Uit welke taal is alcohol een leenwoord?
A
Latijn
B
Engels
C
Arabisch
D
Chinees

Slide 26 - Quizvraag

Uit welke taal komt het woord tapas?
A
Spaans
B
Engels
C
Arabisch
D
Italiaans

Slide 27 - Quizvraag

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 28 - Quizvraag

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 29 - Quizvraag

Uit welke taal is koffie een leenwoord?
A
Nederlands
B
Arabisch
C
Grieks
D
Engels

Slide 30 - Quizvraag

Uit welke taal is pizza een leenwoord?
A
Nederlands
B
Arabisch
C
Italiaans
D
Engels

Slide 31 - Quizvraag

Uit welke taal is apartheid een leenwoord?
A
Nederlands
B
Arabisch
C
Grieks
D
Engels

Slide 32 - Quizvraag