7.2 Boer en koopman

Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen


7.2 Boer en koopman
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen


7.2 Boer en koopman

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan met de vaardigheid continuïteit en verandering een vergelijking maken tussen de vroege en de late middeleeuwen
Je kan uitleggen met de begrippen drieslagstelsel, ontginnen, ijzeren ploeg en Arabisch halsjuk dat er rond 1000 verbeteringen in de landbouw plaatsvonden.
Je kan verklaren hoe er markten ontstonden in de late middeleeuwen
Je kan uitleggen dat de nieuwe beroepen zoals kooplieden en ambachtslieden en het ontstaan van een geldeconomie het gevolg van het ontstaan van de landbouwverbeteringen waren

Slide 3 - Tekstslide

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 4 - Tekstslide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk
  • Ontginnen 

Slide 5 - Tekstslide


Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten 
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 6 - Tekstslide


Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 7 - Tekstslide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 8 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 9 - Tekstslide

Video
Canonclips: De Hanze

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Wat is geen nieuwe landbouwtechniek rond het jaar 1000
A
Ontginnen
B
De halsjuk
C
Bemesting
D
De ijzeren ploeg

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen handige plek voor een stad
A
In de buurt van een kasteel
B
In de buurt van rivieren
C
In de buurt van een klooster
D
In de buurt van een moeras

Slide 14 - Quizvraag

Wat werd er gebruikt om het ruilen/handelen makkelijker te maken?

Slide 15 - Open vraag

Waarom konden Italiaanse steden makkelijk handel drijven met de Arabieren?
A
Vanwege het geloof, die was in beide gebieden hetzelfde
B
Vanwege de ligging van Italië
C
Vanwege de pizza's uit Italië

Slide 16 - Quizvraag

Noem een naam van een Nederlandse hanzestad

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
- Nakijken 7.1
Maak in Tijd voor Geschiedenis
par 7.2



Slide 18 - Tekstslide