Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
persoonsvorm in de verleden tijd
voltooid deelwoord
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
persoonsvorm in de verleden tijd
voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hij (worden) morgen geopereerd
wordt
wordt

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

(worden) je neef morgen geopereerd?
wordt
word

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ik (vinden) werkwoordspelling super belangrijk.
vind
vindt

Slide 13 - Poll

Hij (meten - VT) de afstand van zijn huis tot aan de school.

Slide 14 - Open vraag

Wij (planten - VT) deze zomer zonnebloemen.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wij hebben (relaxen - VD) op onze hotelkamer.
A
gerelaxed
B
gerelaxet
C
gerelaxd
D
gerelaxt

Slide 18 - Quizvraag

Erik zegt tijdens De Slimste Mens altijd: "'t is (gebeuren - VD)."
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb gisteren (bluffen -VD)
A
gebluft
B
geblufd
C
geblufdt
D
gebluftd

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Engels werkwoord
in het Nederlands

Slide 22 - Woordweb

Aan het werk!
Taalblokken
2F
Spelling en Grammatica
Werkwoordspelling persoonsvorm in tt, vt en voltooid deelwoord

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide