Taalverzorging B

Taalverzorging B
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging B

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Komende periode
10 min
-Herhalen basisprincipes spelling
5 min
-Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden
10 min
-Zelfstandig werken


40 min


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet op welke manieren een meervoud van een zelfstandig naamwoord en hoe een bijvoeglijk naamwoord gevormd kunnen worden. 
  • Ik kan het juiste meervoud van een zelfstandig naamwoord en de juiste vorm van een bijvoeglijk naamwoord maken. 
  • Ik kan bijzonderheden met meervouden en bijvoeglijke naamwoorden uitleggen. 
  • Ik kan zelf nieuwe voorbeelden vinden of bedenken van bijzonderheden met meervoudsvorming of bijvoeglijke naamwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Komende periode

Slide 4 - Tekstslide

Welke drie basisprincipes van spelling hebben we vorige les Taalverzorging besproken?

Slide 5 - Woordweb

Basisprincipes spelling


Uitspraak;
Gelijkvormigheid;
Herkomst;
Soms onvoorspelbaar;
Taalverzorging. 

Slide 6 - Tekstslide

Meervoudsvorming
Meervoud op -en --> soms extra medeklinker, soms verandering van medeklinker. 
Meervoud op -s --> klinker + spraakverwarring = '. Leenwoorden -s.
Meervoud -'en of -'s --> afkortingen.
Meervoud met trema --> met klemtoon, met extra e, met trema. Zonder klemtoon, zonder extra e, met trema. (melodie-melodieën VS bacterie-bacteriën). Woorden -ee met trema met extra e (idee-ideeën).
Twee meevoudsvormen --> groente/museum/band (betekenis).
Bijzondere meervoudsvormen --> korte klank wordt lange klank (dak-daken), klinker verandert (schoonheid-schoonheden), -eren (kind-kinderen), onregelmatig (koe-koeien en lende-lendenen). 

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Verbogen --> + e. De mooie auto. 
Onverbogen --> zonder e. De auto is mooi. 
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord --> het geslaagde feest. Schrijf je zo kort mogelijk, tenzij uitspraak belemmert wordt. (vergrote scherm - ontpitte kersen). 
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord --> eindigen op -en (ijzeren schaar, papieren vliegtuig) tenzij leenwoord uit Engels (plastic hoes, polyester shirt). 
Trappen van vergelijking:

Slide 8 - Tekstslide

Noteer het meervoud van "gat"

Slide 9 - Open vraag

Noteer het meervoud van "kerstlied"

Slide 10 - Open vraag

Noteer het meervoud van "paasei"

Slide 11 - Open vraag

Noteer het meervoud van "ijsbeer"

Slide 12 - Open vraag

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Taalverzorging, paragraaf B, opdracht 3 t/m 8. 
Hoe?
Oefenboek blz 118-119.
Handboek blz 176-179.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wat het belang is van goed spellen en op welke basisprincipes spellingregels zijn gebaseerd.

Ik kan herkennen op welk(e) basisprincipe(s) de spelling van een woord is gebaseerd.
Ik kan zelf nieuwe voorbeelden bedenken van bijzonderheden in de spelling en mijn mening over het gebruik van spelling beargumenteren. 

Ik kan uitleggen waarom woorden op een bepaalde manier worden gespeld. 

Slide 14 - Sleepvraag