Paragraaf 6.3

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Pak je laptop en open je huiswerk
Huiswerkcontrole
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Pak je laptop en open je huiswerk
Huiswerkcontrole

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 6.3
Je kunt de belangrijkste inkomsten noemen die een gemeente heeft.

Je kunt voorbeelden noemen van enkele belastinginkomsten van de overheid.

Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.

Je kunt enkele niet-belastingontvangsten noemen.

Je kunt voorbeelden noemen van niet-belastinginkomsten

Slide 2 - Tekstslide

de sociale zekerheid wordt betaald met......
A
Belastinggeld en sociale premies
B
sociale premies
C
Belastinggeld

Slide 3 - Quizvraag


Wie heeft er recht op een WAJONG uitkering?
A
jongeren die een bijbaan zoeken
B
jongeren die geen zin hebben om te werken
C
jongeren die geen opleiding hebben
D
jongeren met een ziekte of handicap

Slide 4 - Quizvraag

Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag


Waarop zit geen accijns?
A
alcohol
B
benzine
C
tabak
D
voedsel

Slide 6 - Quizvraag



C. Louboutin Sneakers
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 7 - Quizvraag


Het gemeentehuis valt onder...
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 8 - Quizvraag


De Intertoys behoort tot de ....
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 9 - Quizvraag

0

Slide 10 - Video

Belastingen

Slide 11 - Woordweb

Gemeentebelastingen
- Onroerendezaakbelasting (OZB), voor huiseigenaren
- Afvalstoffenheffing
- Rioolrechten
- Hondenbelasting
- Paspoort & rijbewijs

Slide 12 - Tekstslide

Waar staat de afkorting OZB voor?

A
Onbelaste Zakelijke Bijdrage
B
Onroerende Zaak Belasting
C
Overheids Zaken Belasting
D
Openbare Zakelijke Belasting

Slide 13 - Quizvraag

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
De inkomsten van de overheid bestaan grotendeels uit belastingen. 

Belasting is een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen

Slide 14 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
Soorten belasting:
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent btw?

A
Belasting Totaal Waarde
B
Basis Tarief Winst
C
Belasting Toegevoegde Waarde
D
Belast Tarief voor Werknemers

Slide 16 - Quizvraag

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
Belastingen
  • Directe belastingen
  • (betaal je direct aan de overheid, bijv. loonbelasting of belasting over winst)
  • Indirecte belastingen
  • (betaal je via een tussenstap aan de overheid, bijv. btw, accijns)

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen?

Slide 18 - Open vraag

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
Subsidie = financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te stimuleren
  • Sporten
  • Museumbezoek
  • Milieuvriendelijker produceren
  • ...

Slide 19 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 

Slide 20 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 21 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 
Samenvattend: 
  • Belastinginkomsten (direct en indirect 
  • Premies (zie 6.2)
  • Niet-belastinginkomsten
  • winst uit staatsbedrijven     (NS, Schiphol)
  • verkoop aardgas
  • boetes

Slide 22 - Tekstslide


Directe belasting:


  • Loon- en inkomstenbelasting
  • Gemeentelijke belastingen



Indirecte belasting:


  • Btw
  • Accijns

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Over je boodschappen betaal je een soort belasting, deze belasting wordt ook wel... of... genoemd

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
Paragraaf 6.3 huiswerk voor volgende week
Tot 10 minuten voor het einde van de les

Slide 26 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van
niet-belasting ontvangsten?
A
aardgas
B
winst van overheidsbedrijven
C
inkomstenbelasting
D
boetes

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een directe belasting?
A
Accijns
B
btw
C
inkomstenbelasting
D
subsidie

Slide 28 - Quizvraag

wat is geen gemeentelijke belasting?
A
toeristenbelasting
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
loonbelasting

Slide 29 - Quizvraag

Hoe goed begrijp je alles nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll