In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag herhalen we H1, H2, H3 en H4 lezen.
* Onderwerp van een tekst.
* Alinea's
* Zoekend lezen
*Inleiding, middenstuk, slot
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Herhaling
Het onderwerp van een tekst
Wat is dat ook alweer?
Slide 4 - Tekstslide
Het onderwerp van een tekst
De tekst gaat ergens over onderwerp.
Het onderwerp kun je met één of een paar woorden noemen vriendschapsbandjes, schoolfeest.
Als je het onderwerp weet, begrijp je de tekst beter
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp?
Bekijk de tekst 1. Kijk naar de titel 2. Kijk naar de afbeelding (plaatjes) bij de tekst 3. Kijk naar de titels boven de tekstgedeeltes (alinea's) Tussenkopjes 4. Kijk of woorden anders gedrukt zijn. Vet, schuin, onderstreept of GROOT 5. Lees het eerste stukje (1e alinea) van de tekst
Geef antwoord op de vraag: Waarover gaat de tekst?
Slide 6 - Tekstslide
Hoe vind je een onderwerp van een tekst?
Slide 7 - Woordweb
https:
Slide 8 - Link
Slide 9 - Tekstslide
Heeft de tekst een titel?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Kon je deze strip makkelijk begrijpen? Kies uit: ja of nee. Vertel ook waarom.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp. In een tekst over de uitvinding van de telefoon kunnen de alinea’s bijvoorbeeld gaan over:
Slide 15 - Woordweb
https:
Slide 16 - Link
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
https:
Slide 19 - Link
Inleiding
* kennismaken met het onderwerp
door een voorbeeld of grappig verhaaltje
* meestal één alinea
* de schrijver wil je nieuwsgierig maken
Slide 20 - Tekstslide
Middenstuk
* grootste gedeelte van de tekst (alles tussen de inleiding en het slot)