5.3 Ministers en hun budgetten

Ministers en hun budgetten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ministers en hun budgetten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Prinsjesdag
Rijksbegroting = voorstellen over budgetten
Miljoenennota = samenvatting van de rijksbegroting

Het parlement kan de rijksbegroting wijzigen, goedkeuren of afkeuren met hulp van het Centraal Planbureau (CPB).

CBS Centraal bureau voor de Statistiek

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Begrotingstekort = uitgaven van het Rijk hoger dan de inkomsten
dan ontstaat er een staatsschuld (moeten geld lenen)

Begrotingsoverschot = uitgaven van het rijk lager dan de inkomsten


Slide 5 - Tekstslide

De Europese Unie heeft regels voor het begrotingstekort en de staatsschuld.
Begrotingstekort niet meer dan 3% 
Staatsschuld niet meer dan 60% van de totale Nederlandse productie in een jaar

Slide 6 - Tekstslide

Subsidies en heffingen
Subsidies = financiële tegemoetkoming
Heffingen = belasting en accijnsen

Slide 7 - Tekstslide

Oefenopdracht
De staatsschuld was in 2010 450 miljard. In 2014 was de staatsschuld 460 miljard. Bereken de procentuele verandering.

Slide 8 - Tekstslide

Oefenopdracht
De staatsschuld was in 2009 410 miljard. In 2014 was de staatsschuld 460 miljard. Met hoeveel procent is dit bedrag toegenomen?

Slide 9 - Tekstslide

Wat je gaat doen
Maken opdracht 5 t/m 12 blz 19
H5.3

Slide 10 - Tekstslide