Mein Haus

Mein Haus
Du lernst deine Wohnung zu beschreiben und die Umgebung deiner Wohnung.
Du lernst deutsche Architektur kennen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mein Haus
Du lernst deine Wohnung zu beschreiben und die Umgebung deiner Wohnung.
Du lernst deutsche Architektur kennen.

Slide 1 - Tekstslide

schlafen
essen
duschen
kochen
fernsehen
sonnen

Slide 2 - Sleepvraag

das Wohnzimmer
das Schlafzimmer
das Badezimmer
die Küche
der Flur

Slide 3 - Sleepvraag

der Bauernhof
das Hochhaus
das freistehende Haus
die Berghütte
das Fachwerkhaus

Slide 4 - Sleepvraag

Peter hat sein Bett
unter das Fenster gestellt.
A
richtig
B
falsch

Slide 5 - Quizvraag

Peter und Tom sind in ihre
neue Wohnung eingezogen.
A
richtig
B
falsch

Slide 6 - Quizvraag

Peter arbeitet gern am Fenster,
weil es da hell ist.
A
richtig
B
falsch

Slide 7 - Quizvraag

Im Regal stehen
Bücher und Peters Fernseher.
A
richtig
B
falsch

Slide 8 - Quizvraag

Peter und Tom
machen bald eine Party.
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quizvraag

Peter hat erst später
einen Teppich auf den Boden gelegt.
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quizvraag

Ich habe mein Bett rechts an die Wand gestellt.
Den Schreibtisch habe ich links neben das Fenster gestellt.
Auf dem Schreibtisch steht mein
Computer.
Über dem Sofa hängen Bilder.
op
boven
naast
tegen

Slide 11 - Sleepvraag

In diesem Raum wird Essen bereitet.
Hier schläft man.
Hier sitzt man zusammen und plaudert oder sieht Fern.
Hier wäscht man sich, putzt sich die Zähne und badet man.
Ein schmaler Gang, woran Zimmer grenzen.
Hierin wird das Auto geparkt und Fahrräder abgestellt.
Ein Grundstück, dass zu einem Haus gehört.
Man kann hier sitzen bei schönem Wetter.
Hiermit fährst du automatisch nach oben. Du musst keine Treppen steigen.
Hierin steckt der Postbote Briefe und die Zeitung.
Es sieht aus wie eine Terrasse und 'hängt' einer Wohnung.
Man sitzt hier bei schönem Wetter.
das Badezimmer
das Schlafzimmer
das Wohnzimmer
der
 Flur
die 
Küche
die Garage
der Garten
der Aufzug
der Briefkasten
der Balkon

Slide 12 - Sleepvraag

NL>D:
Hoeveel slaapkamers heeft jullie huis?

Slide 13 - Open vraag

NL>D:
Ik woon in een rijtjeshuis.

Slide 14 - Open vraag

Die Toilette befindet sich zwischen den Schlafzimmern.
Der Keller ist unter dem Haus.
Hinter dem Haus ist der Garten.
Unser Auto steht vor dem Haus.
achter
tussen
voor
onder

Slide 15 - Sleepvraag

NL>D:
Wij hebben een tuin.

Slide 16 - Open vraag

NL>D:
Onze woonkamer is groot.

Slide 17 - Open vraag

Gespräch
Nimm dein Buch und übersetze die Sätze
auf Seiten 57-59


Slide 18 - Tekstslide

Gespräch (Seite 57)
Voer een gesprek waarin je het volgende van elkaar te weten wilt komen:
In wat voor huis je klasgenoot woont.
Hoeveel kamers het huis heeft.
Hoe de woonkamer is ingericht.
Hoe de plattegrond eruit ziet.
Teken deze plattegrond n.a.v. wat je klasgenoot vertelt en controleer dan of het goed is. Dus niet tijdens het tekenen verbeteren!
Hier zijn de voorzetsels neben, vor, hinter etc. belangrijk.

Alternatief: beschrijf elkaar de plattegrond op pagina 51 of eerst één of twee kamers om het makkelijker te maken.

Slide 19 - Tekstslide

Typisch deutsche Architektur
Auf Seite 59 im Buch siehst du drei Bilder von typisch deutsche Arcitektur: Fachwerkbau, Bauhaus und Plattenbau.
Kies in tweetallen een stroming die je interessant lijkt en zoek het volgende uit:
  • Wanneer is deze bouwstijl ontstaan?
  • Waar is deze bouwstijl ontstaan (sommige stijlen hebben een aanwijsbare plaats andere niet)
  • Wat zijn de kenmerken van deze bouwstijl? Noem er minstens drie.
  • Waar in Duitsland vind je de mooiste voorbeelden van deze bouwstijl?
  • Zijn er in Nederland voorbeelden van deze bouwstijl?
Verwerk jullie informatie op 1 blad A4 eventueel dubbelzijdig en mail dit aan je docent. Mag in het Duits en in het Nederlands.


Slide 20 - Tekstslide