Quiz - Frans herhaling

Bienvenue, 
 nous allons jouer un quiz.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue, 
 nous allons jouer un quiz.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben jullie onthouden van Frans?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

les couleurs

les mois


les jours


les nombres


la famille


les mots d'interrogation


saluer et dire au revoir
être où avoir
les adjectifs


les loisirs


les verbes pronominaux
les corps


la nourriture et les boissons

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
  • sleepvragen (rood met blauw verbinden) 
  • fotovragen (blauw met foto verbinden) 
  • meerkeuzevragen (juiste antwoord aanduiden)
  • open vragen (antwoorden) 
  • woordenwolken (verschillende antwoorden mogelijk) 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le vocabulaire 
le sapin
le Père Noël
les boules de Noël
le renne
le feu d'artifice
l'étoile

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De quelle couleur est un sapin de Noël (kerstboom)?
A
vert
B
jaune
C
bleu
D
blanc

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les boules de Noël ont des couleurs différentes
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun /
marron
violet

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A Noël,
je porte ...

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez les mois
décembre
janvier
mai
juin
mars
avril
février
août
juillet
La nouvelle année
Pâques
mei
juli
Saint Nicolas
maart
februari
juni
augustus 
Noël

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quel est le jour de Noël?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez les jours
dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le week-end
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez les nombres
quatre-vingts
soixante-dix
seize
trente-quatre
vingt-cinq
neuf
cinquante-cinq
dix-huit
quarante-neuf
treize
25
49
13
55
34
16
80
18
9
70

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez les adjectifs
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
belle
beau
belles
beaux
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieille
vieux
vieilles
vieux

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Comment saluer et dire au revoir?

Slide 14 - Woordweb

  • Bonjour, salut, bonsoir
  • Au revoir, Salut, bonne journée, Bonne soirée, A bientôt

Kies het juiste antwoord op:
ça va bien. Et toi?
A
à demain
B
Bonjour
C
Moi? Très bien.
D
Au revoir

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord op:
Au revoir
A
à demain
B
Bonjour
C
Moi? Très bien.
D
ça va?

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ... (être)
A
sont
B
suis
C
est
D
es

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elles ... (être)
A
est
B
a
C
sont
D
ont

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nous ... (avoir)
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu ... (avoir)
A
es
B
as
C
a
D
est

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Être ou avoir?
Tu .... quel âge? 
Elle ....... 2 frères? 
Tu ........ à l'école. 
Il  ...... content.
as
a
est
es

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je fête Noël avec...
Mon père 
Ma mère 
Ma soeur 
Mon frère
Mon grand-père
Ma grand-mère
Mijn moeder 
Mijn oma 
Mijn opa
Mijn zus
Mijn vader 
Mijn broer

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez les mots d'interrogation
wie
wat
waar
wanneer
hoe
hoe veel
waarom
welk(e)
combien
qui
qu'est-ce que
quand
comment
pourquoi
quel(le)

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in met het juiste vraagwoord:
Avec .... fêtez-vous Noël? - Avec ma famille.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... voulez-vous pour Noël ? - Un nouveau smartphone

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... fêtez-vous Noël ? - En France

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Le passe-temps du Père Noël est... 
le football
nager
la danse
les jeux vidéos
écouter la musique

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

l'épaule
les oreilles
le ventre
le nez
les dents
les ongles
les yeux
la jambe
la tête

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A Noël, on mange et on boit:
du fromage
du champagne
de la dinde
de la baguette
du vin

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boissons
(drinken)
Nourriture
(eten)
le jus de fruit
la tartine
l'eau
le café
le lait
le poulet
le légume
la viande
le beurre

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de zin:
À Noël, je mange de la dinde avec des pommes de terre.
A
Op Kerst, eet ik kalkoen met aardappelen.
B
Op Kerst, maak ik kip met friet.
C
Op Kerst, eet ik kip met aardappelen.
D
Op Kerst, eet ik kip met friet.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

se laver les cheveux
se doucher
se brosser les dents
se peigner
se maquiller
se raser
se coucher
s'habiller
se lever
s'essuyer

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A Noël, je (schminken)

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deux personnes ..... (être)
A
ont
B
sont
C
est
D
êtes

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Comment dit-on "de week"?
A
la semaine
B
le jour
C
le mois
D
l'année

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Notez les douze mois

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies