4.4 Schrijven en formuleren-Talent

Nederlands klas 1

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands klas 1

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands
Lekker lezen...

Pak je spullen op tafel
Ga lekker lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Fictiedossier

Je leest een boek,
je kiest een opdracht, 
je levert de opdracht in als je klaar bent.


Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


  • Pak je spullen op tafel bij binnenkomst
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Slide 6 - Tekstslide

Check
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

4.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je:

• hoe je een informatieve tekst schrijft;
• hoe je een inleiding schrijft;
• formuleertips.

en in deze paragraaf ga je:
• een mail schrijven voor een beoordeling (H1)

Slide 8 - Tekstslide

Formeel en informeel
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal.

 Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.



Slide 9 - Tekstslide

Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail). 
Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.


* Maak gebruik van witregels.
* Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.



Slide 10 - Tekstslide

Verslag - check + voorbeelden
1. maak je schrijfplan (5W1H)
(wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)
2. inleiding (onderwerp)/ kern (opsomming) 
en schrijf in de verleden tijd
3. naam onder je verslag
4. titel boven je verslag
5. check je spelling

Slide 11 - Tekstslide

Talent Schrijven (H1)

Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
Instructie en aantekeningen

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling schrijven

Slide 13 - Tekstslide

Schrijfplan

Slide 14 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 15 - Tekstslide

Formuleren / formeel-informeel

Slide 16 - Tekstslide

Zinsbouw

Slide 17 - Tekstslide

Schrijfafspraken mail

Slide 18 - Tekstslide

Rubric mail

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!
Hoe pak jij het deze les aan?
Ik wil graag nog meer hulp/uitleg
Ik ben klaar, ik ga lezen
Ik ben klaar, ik ga NUMO maken

Slide 20 - Poll

Vorige les
theorie bespreken + nakijken opdr. 2,3,4
Wat?
16/6 H1 maken opdr. 6 en verder (schrijftaak)
17/6 CITO + oefenen voor de schrijftoets
18 /6 CITO + oefenen voor de schrijftoets 
Hoe?
Lees eerst de opdracht goed door.
Beantwoord daarna de vragen in je werkboek. (op papier)
Hulp
Vraag? Steek je vinger op. Je mag ook overleggen.
Tijd
Timer
Klaar?
fictieopdracht/NUMO
Aan het werk
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd in
deze paragraaf?

Slide 22 - Woordweb

4.4 en 4.5 Schrijven en formuleren
Na deze paragraaf weet je

* hoe je een verslag schrijft
* hoe je 5W1H-vragen gebruikt
* hoe je verwijswoorden gebruikt

en kun je een verslag of mail schrijven met de 5W1H en verwijswoorden

Slide 23 - Tekstslide

Hoe is het deze les gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Bij de les?


Vragen?

Heb je alles af?



Volgende les

* Fictieopdracht
* Cito
* NUMO


Slide 25 - Tekstslide