Unit 3 lesson 9

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: Lesson 9
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en open deze op bladzijde 90.

Je werkboek heb je nu nog even niet nodig. 

2. Terugblik

Hoe is het thuiswerken gegaan?

Begrijp je de grammatica een beetje?

Deze les ga ik wat je zelfstandig hebt geleerd nog een keer herhalen. 

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les weet je:

- Hoe je de letters van het alfabet uitspreekt in het Engels?

- Weet je hoe je in het Engels zegt als je iets nu doet. 

The English Alphabet

Choose a letter. Do you know how to pronounce it?

2. Je bent nu iets aan het doen

to be (zijn)

AM

ARE

IS

werkwoord

ING

+

+

3. Wanneer gebruik je deze -ing-vorm?

• now / at the moment / listen, ..... / look, .....
  
• de handeling duurt even (aan het praten, aan het slapen, aan het lezen, etc.)
  

Oh ja!

sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme e'

(je schrijft hem wel maar je hoort hem niet)

move - moving

drive - driving

hope - hoping

make - making

Oh ja! Oh ja!

sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker

run - running

plan - planning

swim - swimming

stop - stopping

I .......... (listen) to music at the moment.

1. am listening
2. are listening
3. is listening

They .......... (read) the book The city of bones.

1. are reading
2. am reading
3. is reading

Look! The dog .......... (play) with the ball.

1. is play
2. is playing
3. are play
4. are playing

Max Verstappen .......... (race) at the track.

1. is raceing
2. are racing
3. is racing
4. are racing

We .......... (drink) some tea.

1. am drinking
2. are drinking
3. is drinking

It .......... (freeze) in here.

1. is freezing
2. are freezing
3. is freezeing
4. are freezeing

Rafke .......... (text) Pleun a message.

1. am texting
2. is texting
3. are texting

The cows .......... (run) in the meadow now.

1. are run
2. are running
3. is running

The cows .......... (eat) grass.

1. is eating
2. are eating
3. am eating

It .......... (rain) right now.

1. is raining
2. are raining

Ik kan de -ing vorm gebruiken in het Engels?

1. Ja :-)
2. Nee :-(
3. Een beetje

6. Zelfstandig werken

Heb je de opdrachten van lesson 9 nog niet nagekeken. Dan doe je dat nu.

Heb je dit al gedaan?

Dan maak je de woordzoeker van lesson 9.

7. Evaluatie

Begrijp je na deze les hoe je de grammatica van les 9 moet toepassen?

Huiswerk:

Vrijdag 13 november

Lesson 9 af