Oorlog Rusland-Oekraïne

Oekraïne








bron: https://www.goedemorgenopschool.nl/proefmateriaal-oekraine
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oekraïne








bron: https://www.goedemorgenopschool.nl/proefmateriaal-oekraine

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • tekst lezen
    + filmpjes kijken
  • jouw mening geven
    a.d.h.v. vragen en stellingen

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Ik vertel wat er gebeurt in de wereld.
  • Ik : kijk - wacht - luister - praat.
  • Ik geef mijn mening met argumenten.

Slide 3 - Tekstslide

Tekst & Filmpjes

Slide 4 - Tekstslide

De situatie:
Op 24 februari, vroeg in de ochtend, 
hebben Russische militairen Oekraïne aangevallen. 
De hele wereld is geschokt.

Er zijn veel gevechten. En er vinden aanvallen vanuit de lucht plaats. Miljoenen mensen uit Oekraïne zijn gevlucht. 

Slide 5 - Tekstslide

De situatie:
Oekraïne is 
het grootste land 
van Oost-Europa. 

Er wonen 
44 miljoen mensen. 

Slide 6 - Tekstslide

De situatie:
Tot zo’n dertig jaar geleden waren Oekraïne en Rusland, 
samen met nog andere landen, één groot land: de Sovjet-Unie

Binnen de Sovjet-Unie waren de Russen de baas.
Daarom wonen er nog altijd veel Russen in Oekraïne. 
Vooral in het oosten, waar Oekraïne aan Rusland grenst. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De situatie:
De Sovjet-Unie viel in 1991 uit elkaar. 
Toen werd Oekraïne (en de andere landen) onafhankelijk


onafhankelijk 
       =
vrij / zelfstandig

Slide 9 - Tekstslide

De situatie:
Sinds 2019 is Volodymyr Zelensky president van Oekraïne. Hij wil dat Oekraïne meer gaat samenwerken met Europa en de VS. En dat wil president Poetin niet. 

Slide 10 - Tekstslide

De situatie:
Op 24 februari viel Poetin met zijn leger Oekraïne binnen. Verschillende delen van Oekraïne zijn nu door het Russische leger bezet. Op veel plekken wordt gevochten. 
Er zijn al veel slachtoffers gevallen. 

Slide 11 - Tekstslide

De situatie:
President Zelensky heeft de Oekraïners gevraagd 
om terug te vechten. En dat doen ze ook. Maar er zijn 
ook miljoenen Oekraïners gevlucht naar andere landen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De situatie:
Andere landen (VS en EU) hebben boos gereageerd op de inval. Ze sturen wapens naar Oekraïne om hen in de oorlog te helpen. 
Over het hele land worden acties gevoerd en ingezameld.

Vluchtelingen worden opgevangen, 
bij huizen en grote gebouwen (zoals Brabanthallen).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Update:
Er is een kinderziekenhuis gebombardeerd
in het oosten van Oekraïne.
Er waren kinderen en 
vrouwen in het ziekenhuis.

Een afschuwelijke daad.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Vragen & Stellingen

Slide 19 - Tekstslide

Volg jij het nieuws over Oekraïne?

JA  ............................................................................. NEE


Waarom wel?  ............................................................. Waarom niet?

Slide 20 - Tekstslide

De Britse premier Boris Johnson zei eerder dat dit ‘de grootste oorlog in Europa wordt sinds 1945.’ 

Waarom zou hij zoiets zeggen? 

Denk je dat hij gelijk heeft?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

In allerlei landen waren protesten 
tegen de oorlog.

Waarom doen mensen dat?

Slide 23 - Tekstslide

Moeten wij Oekraïne helpen?

JA ............................................................................. NEE


Waarom wel? ............................................................. Waarom niet?

Slide 24 - Tekstslide

Hoe kunnen wij Oekraïne helpen?

Slide 25 - Tekstslide

Het is goed dat Nederland wapens levert aan Oekraïne.

JA ............................................................................. NEE


Waarom wel? ............................................................. Waarom niet?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Er zijn inmiddels 
ruim 4,5 miljoen mensen gevlucht.
Alleen niet iedereen kan/mag vluchten.


Slide 28 - Tekstslide

Nederland moet zoveel mogelijk vluchtelingen opvangen. 

JA ............................................................................. NEE


Waarom wel? ............................................................. Waarom niet?

Slide 29 - Tekstslide