H. 5.2 Machten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

 H5.2 Machten

Dit is een?

√​64​​​

1. wortel
2. kwadraat

3 x 3 is een?

1. wortel
2. kwadraat

Is een?

2​2​​

1. Wortel
2. Kwadraat

Van kwadraten naar machten

Herhaling:  3² = 3 kwadraat 

         3² = 3 x 3

5² = ..........

5² =

Wat gaan we doen?

1.  introductie/herhaling
2. Huiswerk nakijken
3.  doel
4.  theorie
5. Oefenen
6. Zelf opgaven maken
7. Samenvatting 

Doel

Aan het eind van deze les:

- weet je wat machten zijn;

- kun je machten uitrekenen op je rekenmachine

Hoe ziet dat er nu uit?

Blaadje scheuren

2

2 x 2

2 x 2 x 2

2 x 2 x 2 x 2

Dit kun je korter schrijven: 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2⁶

Macht

2⁶

2 is het grondtal

6 is de exponent

5⁷
7 is ......

1. het grondtal
2. de exponent

8 x 8 x 8 x 8 x 8
Dit kun je ook schrijven als:

1. 8²
2. 8⁵
3. 5⁸
4. 40

5⁷
5 is .....

1. het grondtal
2. de exponent

Machten, hoe zeg je dat?

2⁶  spreek je uit als: 

* twee tot de zesde

  * twee tot de macht 6

2⁶ is een macht

Even oefenen

Som 24 blz. 15

Machten uitrekenen 

met je rekenmachine

Samen som 21 blz. 14

Rekenvolgorde

- je rekenmachine kent de rekenvolgorde

-Belangrijk is dat je de som goed invult

Oefenen som 27

Bereken:

(3⋅4)​2​​−8

1. 40
2. 0,000000335
3. 136
4. 19

Nu zelf bezig

som 20 t/m 30

Samenvatting

6² = 6 x 6 = 6 kwadraat = 36

            = wortel 36 = 6

Worteltrekken is het omgekeerde van kwadrateren

6⁵ = zes tot de vijfde

6 is hier het grondtal

5 is de exponent

√​36​​​

Bereken:
:

7​2​​

(6​2​​−29)