Gesprekjes 1

Vandaag
  • Zinnetjes groeten
  • Zinnetjes jezelf voorstellen
  • Zinnetjes vragen hoe het gaat
  • Filmpjes
  • Oefenen 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EnglishPrimary EducationAge 12

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Zinnetjes groeten
  • Zinnetjes jezelf voorstellen
  • Zinnetjes vragen hoe het gaat
  • Filmpjes
  • Oefenen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Begroeten
Engels
Nederlands
Hi!
Hai!
Hello!
Hallo!
Hey!
Hé!
Goodmorning! Goodafternoon! Goodevening!
Goedemorgen! Goedemiddag!
Goede avond!
Welcome
Welkom!

Slide 3 - Tekstslide

Vragen hoe het gaat
Engels
Nederlands
How are you?
Hoe gaat het?
How are you doing?
Hoe gaat het?
How are things going?
Hoe gaat het met alles?

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden 
Engels
Nederlands
I am doing well!
Het gaat goed!
I am doing allright.
Het gaat okay.
I am doing great!
Het gaat geweldig!
I am not doing so well
Het gaat niet zo goed!
I am not doing well at all.
Het gaat helemaal niet goed.

Slide 5 - Tekstslide

Tip:
Het is beleefd om mensen te bedanken als het goed met je gaat.
Bijvoorbeeld:
Q: How are you?
A: I am doing well, thank you.

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 1
Kies een Begroeting
Kies een vraag
Kies een antwoord

Slide 7 - Tekstslide

Gesprek:
Teacher: Goodmorning Rahet! 
You: Begroeting.
Teacher: How are you doing?
You: antwoord + vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zeggen wie je bent
Engels
Nederlands
I am Rahet
Ik ben Rahet
I'm Rahet
Ik ben Rahet
My name is Rahet
Mijn naam is Rahet
I am called Rahet
Ik word Rahet genoemd
People call me...
Ik word .... genoemd

Slide 10 - Tekstslide

Vragen wie iemand is
Engels
Nederlands
What is your name?
Wat is jouw naam?
Who are you?
Wie ben jij?
What can I call you?
Wat mag ik je noemen?
What may I call you?
Wat mag ik je noemen?

Slide 11 - Tekstslide

Tip:
May / can
Betekenen alle twee mogen of kunnen.
"What can I call you?" is wat informeler, dat betekend: zo praat je tegen vrienden, kennissen, famillie etc.
"What may I call you?" is formeler, dat betekend: Zo praat je tegen leraren, politie agenten, of je baas :)

Slide 12 - Tekstslide

Oefening 2
Kies een vraag
Kies een antwoord

voeg deze aan het voorgaande gesprekje toe...

Slide 13 - Tekstslide

Gesprek:
Teacher: Goodmorning
You: Begroeting.
Teacher: How are you doing?
You: antwoord + vraag
Teacher: I am doing well, thank you, What is your name?
You: antwoord + vraag
Teacher: My name is Lesley Wouters, but you may call me Ms. Lesley

Slide 14 - Tekstslide

"regels"
Soms hebben mensen bijnamen, of nicknames. Bijvoorbeeld iemand die "Matthew" heet, wil soms graag "Matt" genoemd worden. 
Dan zegt hij:
My name is Matthew, but you can call me Matt.
My name is Matthew, but people call me Matt.

Slide 15 - Tekstslide

"regels"
Als je met (Engelse) leraren praat, of met oudere mensen, worden zij graag Meneer, Mevrouw of Mejuffrouw, genoemd worden als beleefdheid. 
Je spreekt ze dan aan met de titel (Meneer, mevrouw, Mejuffrouw) en hun Achternaam.
Soms geven ze echter aan hoe ze genoemd willen worden, zoals ik deed.

Slide 16 - Tekstslide

Titels
Engels
Nederlands
Uitleg
Miss 
Mejuffrouw
Niet getrouwde vrouwen
Mrs. (missuhs)
Mevrouw
Getrouwde vrouwen
Mister (Mr.)
Meneer
Mannen
Sir
Meneer
Onbekende meneer 
Ma'am (maem)
Mevrouw
Onbekende (oudere) mevrouw

Slide 17 - Tekstslide

Leuke titels!
Sir
Voor mannen die een Ridder zijn gemaakt
Dame
Vrouwelijke versie (niet echt ridder)
Lord
Man van Adel
Lady
Vrouw van Adel
Your Royal Highness
Uwe Koninklijke Hoogheid (koning/koningin)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Hoe oud ben je?
Engels
Nederlands
What age are you?
Welke leeftijd heb je?
How old are you?
Hoe oud ben je?

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden
Engels
Nederlands
I am twelve
Ik ben twaalf
I am twelve years old
Ik ben twaalf jaar oud
I just turned twelve
Ik ben net twaalf geworden

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
  1. Oefen, als het lukt, de gesprekjes eens met je mama of papa of iemand anders.
  2. Kies steeds nieuwe zinnetjes zodat je goed kan oefenen!
  3. Leer de getallen 1 tot en met 20 goed uit je hoofd.

Slide 23 - Tekstslide