HA1 lezen tekstbegrip hf4, 5 en 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

HA1 

Hf4: tekstverbanden en signaalwoorden

Hf5 : tekstdoelen

Hf6: tekst en beeld

Benoem de vier tekstverbanden. Eén per keer.

Hoeveel tekstdoelen zijn er?

Welke tekstverbanden moet je kennen?

1. chronologie, opsommend, achter elkaar en tegenstellend
2. tegenstellend, opsommend, twee kanten en chronologie
3. chronologie, opsommend, tegenstellend en toelichtend
4. tegenstellend, opsommen, uitleggend en toelichtend

'Neem nou' is een signaal voor een

1. chronologisch verband
2. opsommend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Welke tekstdoelen zijn er?

1. amuseren, vermaken, informeren en overtuigen
2. amuseren, informeren, uitleggen en activeren
3. amuseren, informeren, overtuigen en overhalen
4. amuseren, informeren, overtuigen en activeren

Welk doel hoort bij een bijsluiter?

1. amuseren
2. informeren
3. overtuigen
4. activeren

Wanneer heeft de tekst een goed slot?

1. Er staat een conclusie
2. Het slot komt terug op de inleiding
3. Er staat een samenvatting
4. Er staat een toekomstverwachting

Hoofdstuk 6 Tekst en beeld

Er worden nieuwe vragen ontwikkeld waarin tabellen, grafieken en cartoons worden gebruikt.

Welke vier doelen kunnen afbeelden bij een tekst hebben

Bij biologie zijn de illustraties meestal

1. ter verfraaiing
2. om aandacht te trekken
3. om te verduidelijken
4. om aan te vullen

Hoe heb je de opdrachten van hf 4, 5 en 6 gemaakt?

😒🙁😐🙂😃

Wat hebben we deze lessen geleerd?

Hf 4: Tekstverbanden en signaalwoorden

Hf 5: Het doel van een tekst

Hf 6: Afbeeldingen bij teksten

Ben je al bijna klaar voor de overhoring?

😒🙁😐🙂😃

Zijn er nog vragen?

De extra opdrachten staan weer in de planning