1.8 RIJK AAN DE RAND VAN EUROPA

AARDRIJKSKUNDE
1.8 RIJK AAN DE RAND VAN EUROPA
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

AARDRIJKSKUNDE
1.8 RIJK AAN DE RAND VAN EUROPA

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog???

Slide 2 - Tekstslide

Het BNP gaat over..
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 3 - Quizvraag

Welzijn van een land kun je zien aan
A
BNP
B
HDI per hoofd
C
VN-index
D
BNP per hoofd

Slide 4 - Quizvraag

Welke nadelen heeft het BNP?
A
Het BNP is een gemiddelde, vaak zijn er grote regionale verschillen
B
Er zijn geen nadelen bij het BNP
C
Het BNP zegt iets over de wereldbevolking en niet over een persoon
D
Het BNP is alleen van toepassing op de arme landen in een land en het is een gemiddelde

Slide 5 - Quizvraag

Deze landen leveren vooral grondstoffen
A
Centrum
B
Periferie
C
Semi-periferie

Slide 6 - Quizvraag

Nederland behoort tot...
A
Centrum
B
Semi - periferie
C
Periferie

Slide 7 - Quizvraag

Welke landen zijn rijk?
A
periferie
B
semi-periferie
C
centrum
D
centrum-periferie

Slide 8 - Quizvraag

Welk type ongelijkheid zie je in de afbeelding?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 9 - Quizvraag

Welk begrip past het best?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid
C
Informele sector

Slide 10 - Quizvraag

1) Welk begrip past het best bij de foto?
A
formele sector
B
sociale ongelijkheid
C
regionale ongelijkheid

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

 De haven van Rotterdam
Mainport: Een knooppunt in de goederenstromen tussen werelddelen.
Alles wordt daar aangevoerd en weer afgevoerd.

Goederenoverslag: De totale aan en afvoer van goederen. (hoeveel er in en uitgaat)

Achterland: Het gebied waar de goederen vanuit de zeehaven naar doorgevoerd worden. 

Distributieland: land dat goederen verdeelt over het achterland.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Kaart

Slide 15 - Kaart

Vestigingsplaatsvoordelen:
redenen voor een bedrijf om zich ergens te vestigen.
- aanwezigheid van grondstoffen
-goede bereikbaarheid
-aanwezigheid van arbeiders
-aanwezigheid van andere bedrijven
- aanwezigheid van een afzetmarkt (klanten)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Infrastructuur
-snelwegen
-spoorwegen
- waterwegen
-kabels

Slide 18 - Tekstslide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 19 - Sleepvraag

Nederland doet voor meer geld uitvoeren dan invoeren. NL houdt dus geld over aan zijn buitenlandse handel. Dit noemen we...
A
Een gelijkwaardige handelsbalans
B
Een positieve handelsbalans
C
Een negatieve handelsbalans
D
Een evenwichtige handelsbalans

Slide 20 - Quizvraag

De haven van Rotterdam heeft een ...... achterland.
A
Groot
B
Klein

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen  blz. 20 en 21
Maak de opdrachten van par 8: 1, 2, 4 en 5


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video