In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op blz. 265 met je schrift.
Slide 2 - Tekstslide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Tekstslide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten.
- weet je wat een dubbele ontkenning is;
- weet je wat een verhaspeling is;
- weet je wat de invloed van het Engels op de Nederlandse taal is.
Slide 4 - Tekstslide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Ihabe, Alex
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Dennis, Lynn, Niels, Ties, Jermaine, Shaqell, Bas
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Noah, Jara
Slide 5 - Tekstslide
Mini-check
Quiz mee
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een dubbele ontkenning?
A
twee woorden die tegenovergesteld zijn.
B
twee woorden die allebei een ontkenning aangeven.
C
twee woorden die door elkaar worden gehaald.
D
twee woorden die hetzelfde betekenen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen dubbele ontkenning?
A
Ik vind het niet leuk dat jij mij hebt geslagen.
B
Ik wil niet dat jij deze vraag niet fout doet.
C
Ik heb nooit geen pizza gegeten.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een verhaspeling?
A
twee woorden die tegenovergesteld zijn.
B
twee woorden die hetzelfde betekenen.
C
twee woorden die door elkaar worden gehaald.
D
twee woorden die allebei een ontkenning aangeven.
Slide 9 - Quizvraag
4. Instructie
Kijk mee naar de volgende slides.
Slide 10 - Tekstslide
Dubbele ontkenning
Slide 11 - Tekstslide
Dubbele ontkenning
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een verhaspeling?
Slide 13 - Tekstslide
Verhaspeling
Slide 14 - Tekstslide
Nieuwe woorden: waarom ontstaan ze?
3) Om (Engelse) leenwoorden te vertalen naar het Nederlands
Slide 15 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag Alex, Niels, Dennis, Bas, Shaqell?
Lees en maak les 5.8/5.9 opdracht 1 t/m 8 op blz. 265 t/m
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jara... kom aan de instructietafel zitten.
Niels; hulp vragen bij lezen indien nodig.
Slide 16 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: Lees en maak les 5.8 en 5.9, blz. 265 t/m 269 , opdr. 1 t/m 8.
B,I: Lees en maak les 5.8 en 5.9, blz. 265 t/m 269 , opdr. 1 t/m 4, 6 en 7.
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets / lezen / woordzoeker.
timer
30:00
Slide 17 - Tekstslide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.