drogredenen 17-22 oktober

Drogredenen


Leerdoel: kwaliteit van argumenten en beredenering beoordelen.  
Leerdoel: zelf drogredenen (foute beredenering) toepassen

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Drogredenen


Leerdoel: kwaliteit van argumenten en beredenering beoordelen.  
Leerdoel: zelf drogredenen (foute beredenering) toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Drogreden

Standpunt + (tegen) argument = redenering
Redenering of argument die juist lijkt, maar niet is = drogreden

https://schooltv.nl/video/wat-zijn-drogredenen-onjuiste-argumenten/

Slide 3 - Tekstslide

8 drogredenen
- persoonlijke aanval
- cirkelredenering
- bespelen van het publiek
- onjuiste oorzaak- gevolg-relatie
- verkeerde vergelijking
- overhaaste generalisatie
- vals dilemma
- onjuist beroep op autoriteit

Slide 4 - Tekstslide

1. Persoonlijke aanval
Van een persoonlijke aanval is sprake wanneer iemand niet ingaat op de argumenten van de tegenstander, maar in plaats daarvan de tegenstander beschuldigt van onkunde, onbetrouwbaarheid of andere slechte eigenschappen. Er wordt op de man gespeeld; de persoon wordt aangevallen, niet zijn standpunt. De tegenstander wordt als gesprekspartner niet serieus genomen. 


Voorbeeld:
Rutte zei dat we nog niet op vakantie mogen deze zomer. Ik vind dat belachelijk en hij is nog lelijk ook. 



Slide 5 - Tekstslide

2. Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering wordt het standpunt ondersteund door het herhalen van datzelfde standpunt, maar dan anders geformuleerd. 

Voorbeeld:
Ik vind dat een stom boek, want ik vind er niks aan. 

Slide 6 - Tekstslide

3. Bespelen van het publiek
Als een spreker een beroep doet op de emoties van het publiek om het te winnen voor zijn standpunt, heet dat bespelen van het publiek. Soms formuleert iemand zijn standpunt zó dat het moeilijker wordt om er tegenin te gaan. Op deze manier probeert de spreker een afwijkende mening te voorkomen. 

Voorbeeld: 
Hoe kunt u mij nou ontslaan?  Ik heb het al zo moeilijk de laatste tijd. 

Slide 7 - Tekstslide

4. Onjuiste oorzaak- gevolg- relatie
a) De in het argument genoemde oorzaak is niet voldoende om tot het voorspelde gevolg te leiden. 
b) Het genoemde gevolg kan andere oorzaken hebben, dan de oorzaak die genoemd wordt.
c) Er wordt tussen twee zaken die gelijktijdig of kort na elkaar gebeuren, een oorzaak- gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet (perse) is. 


Voorbeeld:
De daling van de werkeloosheid sinds de verkiezingen is te danken aan de nieuwe regering. 

Slide 8 - Tekstslide

5. Verkeerde vergelijking
Bij deze drogreden worden twee dingen met elkaar vergeleken en bij de vergelijking kun je je afvragen of deze wel terecht is. 

Voorbeeld:
Door de opkomst van de mobiele telefoon kunnen jongeren nauwelijks nog foutloos schrijven. 
De vorige toets was makkelijk dus zal deze dat ook wel zijn.

Slide 9 - Tekstslide

6. Overhaaste generalisatie
In een overhaaste generalisatie wordt er op basis van één of enkele gevallen een conclusie getrokken voor een hele groep of zelfs voor álle gevallen! De conclusie op zijn minst voorbarig. 


Voorbeeld: 
In mijn klas had Yara het hoogste cijfer. Het blijkt dus wel: meisjes zijn beter in Nederlands dan jongens. 

Slide 10 - Tekstslide

7. Vals dilemma
Als er een situatie zo wordt voorgesteld dat er maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden zijn terwijl er eigenlijk meer mogelijkheden zijn, heet dat vals dilemma. 

Voorbeeld: 
Spanjaarden moeten kiezen; splitsing van het land of een burgeroorlog. 

Slide 11 - Tekstslide

8. Onjuist beroep op autoriteit
Zich beroepen op een autoriteit kan een standpunt ondersteunen. 
Soms is een autoriteit echter onbetrouwbaar, omdat hij belangen bij de zaak heeft, of helemaal geen autoriteit op het betreffende gebied is!


Voorbeeld:
Corona is helemaal niet besmettelijk, want dat zegt mijn broer ook. 

Slide 12 - Tekstslide

Nederland moet geen vluchtelingen meer toelaten. Het is toch voor iedereen duidelijk dat ons land vol is?
A
overhaaste generalisatie
B
ontduiken van de bewijslast
C
bespelen van publiek
D
verkeerde vergelijking

Slide 13 - Quizvraag

Arjen heeft een vier voor zijn wiskundetoets. Het tentamen is zeker slecht gemaakt.
A
ontduiken van de bewijslast
B
overhaaste generalisatie
C
bespelen van publiek
D
verkeerde vergelijking

Slide 14 - Quizvraag

Als de president van de VS zegt dat het zo gebeurt, gebeurt het zo. Daar is hij president voor.
A
overhaaste generalisatie
B
cirkelredenering
C
bespelen van publiek
D
persoonlijke aanval

Slide 15 - Quizvraag

Wij van WC-eend adviseren WC-eend.
A
cirkelredenering
B
onjuist kenmerk/ eigenschap
C
onjuist beroep op autoriteit
D
verkeerde vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

Je moet je boeken meenemen naar de les: je voetbalschoenen neem je toch ook mee naar de voetbaltraining?
A
persoonlijke aanval
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Als je niet voor mij bent, ben je tegen mij!
A
onjuiste oorzaak- gevolgrelatie/ causaliteit
B
overhaaste vergelijking
C
persoonlijke aanval
D
vals dilemma

Slide 18 - Quizvraag

Iedereen die een beetje nadenkt, weet dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen.


A
bespelen van het publiek
B
overhaaste generalisatie
C
onjuiste oorzaak-gevolg-relatie/causaliteit
D
persoonlijke aanval

Slide 19 - Quizvraag

Veel ouderen die op een e-bike rijden, hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie/ causaliteit
B
cirkelredenering
C
bespelen van het publiek
D
overhaaste generalisatie

Slide 20 - Quizvraag

Welke drogreden lees je?


Ieder weldenkend mens
zal het ermee eens zijn dat die corona-epidemie wel voorbij mag zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Welke drogreden lees je? 


We hebben de afgelopen vijf jaar vijf hittegolven gehad; het klimaat verandert echt!

Slide 22 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Vanzelfsprekend had ik er geen reden voor, anders had ik het wel gedaan.

Slide 23 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Sinds de invoering van de iPads op school zijn de resultaten van de rekentoets achteruit gehold.

Slide 24 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Hij kan nu wel zeggen dat iedereen salaris moet inleveren, maar hij heeft zelf nog nooit een baan gehad.

Slide 25 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Ik heb die sneakers niet gestolen, want ik ben geen dief.

Slide 26 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Wat weet jij nou helemaal van voetbal? Je kunt nog niet eens een deuk in een pakje boter trappen.

Slide 27 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Deze Van Gogh moet wel echt zijn, anders gaan we voor miljoenen het schip in.

Slide 28 - Tekstslide

Welke drogreden lees je?


Nou, ik weet wie het zegt. U bent een vegetariër van niks. U draagt toch ook een leren jack!

Slide 29 - Tekstslide

https://cabaretbijnederlands.com/argumenteren/arjen-lubach-drogredenen/
Fragment 1:
Wat zijn de argumenten van de artsen om minder vlees te eten?
Wat zijn de argumenten van Arjan Lubach om minder vlees te eten?
Welke drogredenen herken je?


Fragment 2: Overhaaste generalisatie.
Welke 3 voorbeelden van overhaaste generalisatie hoor je?




Slide 30 - Tekstslide

Nederlands is een fantastisch interessant vak!

Bedenk in groepen (8) drogredenen tegen deze stelling. 

Voorbeeld:
Nederlands is geen fantastisch vak. De docent liegt. Ze schreef laatst zelf een 't' te weinig. 
(persoonlijke aanval)

Slide 31 - Tekstslide