Taal Blok 4, week 2 les 20 (herhaling)

Blok 4 week 4 les 20
Bekijk heel het filmpje. Tussendoor
komen er vragen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 4 week 4 les 20
Bekijk heel het filmpje. Tussendoor
komen er vragen.

Slide 1 - Tekstslide

8

Slide 2 - Video

00:00
Wat ga je vandaag leren of oefenen?

Slide 3 - Open vraag

01:06
Heb jij de komma al gevonden op je toetsenbord? Typ 'm maar!

Slide 4 - Open vraag

02:12
Dus? Waarom zijn komma's belangrijk?

Slide 5 - Open vraag

03:01
Wanneer gebruik je een komma? Geef 2 voorbeelden.

Slide 6 - Open vraag

03:40
Kun jij nog een opsomming geven?

Slide 7 - Open vraag

05:18
Geef een voorbeeld van een zin met een naam en een komma.

Slide 8 - Open vraag

08:37
Een persoonsvorm is altijd een ...
A
onderwerop
B
voorzetsel
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

09:14
Welke 2 werkwoord zie je in de zin:
'Als Jayda danst wordt ze blij
A
danst
B
blij
C
Jayda
D
wordt

Slide 10 - Quizvraag

 Tip; schrijf dit over op een blaadje. die kun je gebruiken tijdens het maken van de les.

Slide 11 - Tekstslide

Onder welke vlek hoort de komma?
A
eerste vlek
B
tweede vlek
C
derde vlek

Slide 12 - Quizvraag

Tussen welke 2 woorden moet een komma?
Meester mag ik wat vragen?

Slide 13 - Open vraag

Tussen welke 2 woorden moet een komma?
In LessonUp staan lessen van rekenen spelling en taal.

Slide 14 - Open vraag

Tussen welke 2 woorden moet een komma?
Ik vier een feestje omdat ik jarig ben.

Slide 15 - Open vraag

Wat moet je doen?
  • Zet de timer
  • Maak 30 opgaven in de + van les 20.
  • Nog tijd over? Werk in je werkpakket.
  • Laat je hier afschieten 
naar Snappet! 

timer
30:00

Slide 16 - Tekstslide