Voedselproductie

Herhaling BS1 stikstofkringloop
en BS 6.2 Voedselproductie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling BS1 stikstofkringloop
en BS 6.2 Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Mededelingen
  • Herhaalvragen Thema 1
  • Herhaalvragen stikstofkringloop (TH6 BS1)
  • Herhaling uitleg belangrijkste stof TH6 BS2 Voedselproductie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tijdens diepe slaap worden eiwitten in zenuwcellen aangemaakt.
Welk organel zorgt of welke organellen zorgen voor transport van deze eiwitten in een zenuwcel?
A
De ribosomen
B
De mitochondriën
C
Het ER (endoplasmatisch reticulum)
D
De chromosomen

Slide 4 - Quizvraag

Aan mondingen van rivieren kan het bij vloed voorkomen dat zoetwaterplanten worden overspoeld met zeewater. Daardoor neemt de turgor van de cellen van deze planten af.
Waardoor wordt de daling van de turgor voornamelijk veroorzaakt?

Doordat de cellen van deze planten in zeewater
A
Water verliezen
B
Water opnemen
C
Zouten verliezen
D
Zouten opnemen

Slide 5 - Quizvraag

Stikstofbacteriën in de wortelknolletjes van veel planten vormen een belangrijke schakel in de stikstofvoorziening van planten.

Welke van de onderstaande beweringen geeft deze rol juist weer? Gebruik bij deze vraag Binas 93G

De bacterie zet......
A
anorganische stikstofverbindingen om in andere anorganische stikstofverbindingen
B
anorganische stikstofverbindingen om in organische stikstofverbindingen.
C
organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen.
D
organische stikstofverbindingen om in andere organische stikstofverbindingen.

Slide 6 - Quizvraag

De door de bacterie geleverde stikstofverbindingen worden in de plant gebruikt voor assimilatie.
Welke van onderstaande stoffen bevatten als gevolg van deze assimilatie stikstof?
A
Aminozuren
B
Cellulose
C
Glucose
D
Vetzuren

Slide 7 - Quizvraag

BEGRIPPENLIJST

pesticiden
persistentie
resistentie
biologische bestrijding
uitspoeling
eutrofiëring
veredeling

LET OP
Dit zijn de begrippen die in de uitleg voor zullen komen. 

Dit zijn niet alle blauwe woorden uit de tekst. 

Je moet ze wel allemaal kennen en kunnen toelichten. 

Slide 8 - Tekstslide

Zelfreinigend vermogen van water
  • Reducenten breken met behulp van zuurstof organische afvalstoffen af.
  • Er ontstaat koolstofdioxide en er komen mineralen vrij.
  • Deze stoffen gebruiken de producenten  (planten / algen) weer om te groeien.


Slide 9 - Tekstslide

Eutrofiëring 
  • Door teveel mineralen, zoals stikstof (N) en fosfaat (P), kunnen algen heel goed groeien.
  • Er komen teveel mineralen in het water door o.a. (over)bemesting van het land en doordat de industrie water met mineralen loost in het oppervlaktewater.

Slide 10 - Tekstslide

Te veel van het goede
Kunstmest bevat veel plantenvoeding (NO3, NH3, P)
Als het regent, kan die voeding uitspoelen naar grond- of slootwater
Hierdoor wordt het water heel voedselrijk -> Eutrofiëring





Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Algenbloei
Door een toename van nitraat (NO3-)
en fosfaat (P) in het water groeien
algen goed. 

De dikke laag algen in het water 
zorgt ervoor dat minder zonlicht 
doordringt 

Slide 13 - Tekstslide

Lake Erie

Slide 14 - Tekstslide

GEVOLGEN
  1. Veel algen
  2. Weinig zonlicht en daardoor minder fotosynthese
  3. Planten sterven
  4. Roofvissen kunnen niet jagen/prooi niet zichtbaar
  5. Algen leven kort en sterven
  6. Een toename van het aantal reducenten 
  7. Organisch materiaal wordt aeroob (met behulp van zuurstof) omgezet 
  8. Afname van het zuurstofgehalte in het water
  9. Vissen sterven

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zet de volgende gebeurtenissen op volgorde. Begin bovenaan. 
1
2
3
4
5
Toename van het aantal reducenten
Sterfte van planten
Aerobe afbraak van organisch materiaal
Algenbloei, daardoor minder zonlicht
Een toename van nitraat en fosfaat in het water

Slide 17 - Sleepvraag

Gevolg eutrofiëring
Oorzaak eutrofiëring

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

Aan het werk

Slide 21 - Tekstslide

Uitspoeling

Slide 22 - Tekstslide

Monocultuur




Telen van 1 soort gewas op een groot oppervlak

Slide 23 - Tekstslide

Geef een voordeel en een nadeel van een monocultuur

Slide 24 - Open vraag

Chemische bestrijding
Met pesticiden (insecticiden, herbiciden)
Voordelen:
- Effectief
- Goedkoop

Nadelen:
- Vaak niet specifiek
- Resistentie
- Persistentie --> Accumulatie


Slide 25 - Tekstslide

Het ontstaan van resistentie

Slide 26 - Tekstslide

Accumulatie
  • Door de afname van biomassa in de hogere trofische niveaus, neemt de hoeveelheid giftige stof toe naarmate je verder in de voedselketen komt
  • Gevolg: meer/eerdere sterfte van de laatste in de schakel door schadelijke effecten van het gif

Slide 27 - Tekstslide

Aisha zegt: accumulatie wordt veroorzaakt door het feit dat de gifstoffen niet worden afgebroken.
Teun zegt: accumulatie wordt veroorzaakt door het feit dat in een voedselketen altijd biomassa verloren gaat.
Wie heeft gelijk?
A
Geen van beide
B
Alleen Aisha
C
Alleen Teun
D
Beide

Slide 28 - Quizvraag

Mechanische bestrijding
Bestrijding met behulp van machines en gereedschappen
Voor en nadelen?

Slide 29 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Bestrijding met behulp van natuurlijke vijanden (parasieten, predatoren, ziekteverwekkers)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Vruchtwisseling / wisselteelt

Slide 33 - Tekstslide

Begrippen! 
- uitspoeling
-monocultuur
-pesticide
-resistent
-persistent
-accumulatie
-wisselteelt

Slide 34 - Tekstslide