Paragraaf 2 Grootmacht Rusland les I

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Rusland

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Binnen = beginnen
Startopdracht:
  • Lezen: LB §7.2

Stilte

Klaar? - markeer belangrijke zinnen/begrippen
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Rusland

Slide 5 - Woordweb

Programma van vandaag 
  1. Uitleg §7.2
  2. Filmpje
  3. Actualiteit
  4. Opdrachten

Slide 6 - Tekstslide

H7 hoofdvraag: 
Welke kenmerken maken van Rusland nu en in de toekomst een grootmacht?

Slide 7 - Tekstslide

H7 deelvraag:
Wat zijn de economische, politieke, demografische kenmerken van Rusland?

Slide 8 - Tekstslide

Een beetje geschiedenis...

Slide 9 - Tekstslide

uitleg/aantekeningen

Slide 10 - Tekstslide

Sovjet-Unie
  • 1922-1991
  • Enorm land met een grote bevolking 
  • Veel natuurlijke hulpbronnen (olie, aardgas)
  • Grootste communistische land ter wereld

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

 1a Communisme
  • Alle macht bij één partij
  • Staat is eigenaar van productiemiddelen natuur en kapitaal

Slide 13 - Tekstslide

1b Productiemiddelen
Om iets te maken, heb je drie productiemiddelen nodig:
  1. Natuur 
  2. Arbeid 
  3. Kapitaal 

Slide 14 - Tekstslide

1d Planeconomie
  • Vijfjarenplannen: staat bepaald wat en hoeveel produceren?
  • Eerlijke verdeling van alle opbrengsten over iedereen. 
  • Nadelen:
    > geen concurrentie, dus geen goede kwaliteit
    > geen aandacht voor het milieu
    > geen eerlijke verdeling door corrupte leiders

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn nadelen van een planeconomie?
A
slechte kwaliteit producten
B
weinig aandacht milieu
C
verkeerde producten
D
grote omzetten

Slide 16 - Quizvraag

Val Sovjetunie
Rusland
  • Xenofobie 

Fobie = angst
Xeno = vreemd

  • Russificatie

Slide 17 - Tekstslide

2a Nieuwe economie 
  • Vrijemarkteconomie: Bedrijven mogen zelf bepalen hoeveel ze produceren maar hebben wel concurrentie van elkaar.
  • Begin: bedrijven konden concurrentie niet aan ➡
    - veel failliete bedrijven
    - toename werkloosheid
    - toename armoede

Slide 18 - Tekstslide

Oliegarchen
- Hele rijke mensen die tijdens de overgang naar de markteconomie goede contracten hebben gekregen door vriendjespolitiek. (geprivilegieerd)


Nu: nog steeds heel rijk.

Slide 19 - Tekstslide

Oliegarchen

Slide 20 - Tekstslide

BRICS-Landen
Geld wordt verdient met aardolie en aardgas

Slide 21 - Tekstslide

2c Wat is een nadeel wanneer een land voor een groot deel afhankelijk is van het exporteren van natuurlijke hulpbronnen?
A
De vraag kan stoppen
B
Ze kunnen opraken
C
De prijs kan sterk schommelen
D
Ze kunnen ze zelf niet gebruiken

Slide 22 - Quizvraag

3a+3b Opkomende landen
Kenmerken van opkomende landen (groeilanden):
  1. snelle economische groei
  2. BNP per inwoner is nog relatief laag
  3. grote sociale en regionale ongelijkheid

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Politieke macht
  • 4% van  het bnp gaat naar het leger in Rusland (NL 1%)
  • Vetorecht bij de VN-veiligheidsraad:
    Rusland kan met zijn stem ieder voorstel blokkeren

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
WB 132
Opdracht 1, 3, 4 en 5
10 minuten

Zachtjes overleggen in tweetallen 


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video