3.3 Hoe is het geregeld

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Hoofdstuk 3 Aan het werk.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Terugblik § 3.2 Wie is de baas?
  • Leerdoelen plus uitleg § 3.3 Hoe is het geregeld?
  • Zelf aan de slag met de weektaak 2.2.5
  • Week 3 inleveren in its learning onder bronnen!!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is een goede arbeidsverdeling belangrijk voor een bedrijf?
A
Dan kan het bedrijf makkelijker personeel vinden
B
Dan heeft het personeel meer verschillende werk
C
Dan kan het personeel beter en sneller hun werk doen

Slide 6 - Quizvraag

Afwashulp
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel uur moet je minstens per week werken als je een voltijd baan hebt?
A
15
B
20
C
10
D
36

Slide 8 - Quizvraag

Damiq en Chelsey werken allebei bij PostBL. Damiq als pakketbezorger en Chelsey als secretaresse. Wie van hen doet geschoold werk?
A
Sven
B
Anna

Slide 9 - Quizvraag

Paula werkt bij de McDonalds achter de kassa.
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 10 - Quizvraag

Tijdens een proefperiode kan je als werknemer elk moment stoppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat staat er in je arbeidsvoorwaarden?
A
Wat je loon is
B
Hoeveel uur je per week werkt
C
Hoeveel vakantiedagen je hebt
D
A, B en C

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat de afkorting zzp-er voor?
A
Zalig zandkoekje prakken
B
Zonder zelfstandig personeel
C
Zelfstandige zonder personeel

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor baan heb je als je alleen werkt op de momenten dat een bedrijf je nodig heeft?
A
Deeltijdbaan
B
Vaste baan
C
Flexibele baan
D
Tijdelijke baan

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoelen 3.3 Hoe is het geregeld 
Aan het eind van de les weet je..
..voor wie een cao geldt en wat erin geregeld is.
..hoe je met de gegeven informatie het nettoloon berekent.
..hoe in de wet het minimumloon geregeld is.
..wat in de Arbowet geregeld wordt.
..wat voor regels er in de Arbeidstijdenwet staan.
Kader;  Je weet hoe je het loon kunt berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Afspraken voor alle
werknemers

  • Collectieve arbeidsovereenkomst. (CAO)
  • Hierin staan de gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden van een bedrijfstak

Slide 16 - Tekstslide

Bedrijfstak
  • In veel bedrijven hebben werknemers en werkgevers samen afspraken gemaakt.
  • Zulke afspraken gelden voor iedereen die gaat werken in bijvoorbeeld de horeca, de bouw, de gezondheidszorg en de detailhandel (winkels). 
  • Zo’n groep gelijksoortige bedrijven noem je een bedrijfstak.
Bedrijfstak: Schilder

Slide 17 - Tekstslide

Brutoloon

  • Het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken. 
  • Bijvoorbeeld dat je per maand een bedrag van € 1.950,=
  • Je werkgever moet van dit bedragen een gedeelte betalen aan de overheid.
  • Zoals loonbelasting en sociale premies.

Slide 18 - Tekstslide

Brutoloon
  • Het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken en waarop nog niets is ingehouden.
  • Bijvoorbeeld:             € 1.950,=
Inhoudingen:
  • De werkgever moet een deel van het brutoloon betalen aan de overheid. 
  • De overheid gebruikt dit geld bijvoorbeeld weer voor de aanleg van wegen en uitkeringen aan werklozen.
  • Bijvoorbeeld: € 230,=

Slide 19 - Tekstslide

Nettoloon
  • Het loon dat je ontvangt op je bankrekening 
  • Hier zijn de inhoudingen al van afgehaald zijn.
  • Hoe bereken je dat nu??
  • Formule:                                                                  Bruto loon - inhoudingen = Nettoloon
  • Bijvoorbeeld € 1.950 - € 230,= = € 1.720,=
  • Dit is het bedrag waarmee je bijv. boodschappen kunt doen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat moet je minstens verdienen?
  • je recht op het wettelijk minimumloon. 
  • dat is het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen.

Slide 21 - Tekstslide

Minimum jeugdloon

  • ben je tussen de 15 en 21 jaar bent, geldt het minimumjeugdloon. 
  • bij elke leeftijd is dat een percentage van het minimumloon. Hoe jonger, hoe lager het minimumjeugdloon is.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wetten die jou beschermen
  • Het is belangrijk dat je goed en veilig kunt werken.
  • Daarom zijn er wetten die jou als werknemer beschermen.
  • In de Arbowet (arbeidsomstandighedenwet) staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. 

Slide 24 - Tekstslide

Arbeidstijdenwet
  • In de Arbeidstijdenwet staan regels voor werk- en rusttijden. 
  • Voor jongeren gelden speciale regels.     

Slide 25 - Tekstslide

Aan het werk met..

Jullie gaan maken blz 76 tm 79





Slide 26 - Tekstslide