Media basis

Oefentoets Media en Communicatie BL4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets Media en Communicatie BL4

Slide 1 - Tekstslide

Nog even herhaling vooraf...

Slide 2 - Tekstslide

Nog even herhaling vooraf...

Slide 3 - Tekstslide

Nog even herhaling vooraf...

Slide 4 - Tekstslide

Het doel van dit hoofdstuk is mediawijs worden. Wat is mediawijs?

Slide 5 - Open vraag

Noem een positief en een negatief gevolg van sociale media.

Slide 6 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met privacy?

Slide 7 - Open vraag

Willem stuurt een brief naar Lieke.
Wat is de zender?
A
Brief
B
Willem
C
Lieke

Slide 8 - Quizvraag

Willem stuurt een brief naar Lieke.
Wat is de ontvanger?
A
Willem
B
Brief
C
Lieke

Slide 9 - Quizvraag

Willem stuurt een brief naar Lieke.
Wat is het medium?
A
Lieke
B
Brief
C
Willem

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van eenzijdige communicatie.
A
Een gesprek met een vriend
B
Ik stuur een mail terug naar mijn baas
C
Ik stuur een appje aan mijn broer
D
Ik stel de docent een vraag tijdens zijn uitleg

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie.
A
Ik steek mijn duim op
B
Ik stel een vraag
C
Ik vloek als ik mijn teen stoot
D
Ik glimlach om een grap

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van een massamedium?
A
Het brengt altijd interessante informatie
B
Er zijn heel veel ontvangers.
C
Het is gratis
D
Het bestaat alleen maar uit reclame

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een massamedium?
A
Krant
B
Schilderij
C
Gesprek
D
Kerstkaart

Slide 14 - Quizvraag

Reclame wil je verleiden.
Leg deze zin in je eigen woorden uit.


Slide 15 - Open vraag

Manipulatie
Slogan
Bekende personen
Ideaal beeld

Slide 16 - Sleepvraag

Kranten, tv, radio en internet brengen elke dag nieuws.
Omschrijf wat nieuws is.

Slide 17 - Open vraag

In Nederland zijn commerciële zenders en publieke omroepen.
Een voorbeeld van een commerciële zender is:

A
BNN
B
SBS6
C
AVROTROS
D
NPO 3

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het beroep van deze mevrouw?

Slide 19 - Open vraag

Bij de tv heb je commerciële zenders en publieke omroepen. Bij de radio heb je:
A
alleen commerciële zenders.
B
ook commerciële zenders en publieke omroepen
C
alleen publieke omroepen
D
geen commerciële zenders en publieke omroepen

Slide 20 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
We maken vooral gebruik van de tv:
1. om te ontspannen.
2. omdat we zelf willen communiceren.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 21 - Quizvraag

Een voorbeeld van een actueel nieuwsbericht is:
A
een terugblik op een vliegtuigramp van een jaar geleden.
B
een nieuwsoverzicht van het afgelopen jaar.
C
een vrachtboot die gisteren op het strand van Scheveningen vastliep.
D
een uitleg over de werking van medicijnen tegen hoofdpijn.

Slide 22 - Quizvraag

Shell heeft veel winst gemaakt in het afgelopen jaar. Waarom komt over dit onderwerp een bericht in de krant?
A
Het is bijzonder.
B
Het gaat over een bekend persoon
C
Het is interessant voor mensen die beleggen.
D
Het is betrouwbaar

Slide 23 - Quizvraag

Sommige berichten op internet zijn niet zo betrouwbaar omdat:
A
feiten en meningen vaak niet gescheiden zijn.
B
online journalisten nooit informatie controleren
C
veel informatie gratis is.
D
online berichten altijd nepnieuws zijn

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een ideaalbeeld in de reclame?
A
Een bekende Nederlander die vertelt dat mayonaise van Calvé heerlijk is.
B
Een automobilist die door de politie wordt aangehouden.
C
Een gelukkig stel dat op vakantie is op een zonnig tropisch eiland.
D
Een vrouw die met een somber gezicht de badkamer schoonmaakt

Slide 25 - Quizvraag

Sociale media hebben een negatieve invloed omdat:
A
je te veel met likes en reacties bezig bent.
B
je niet in aanraking komt met maatschappelijke problemen.
C
je geen contact hebt met anderen
D
je niet leert om samen te werken

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een influencer?

Slide 27 - Open vraag