H2.2 De groei en opbouw van steden

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 2.2
De groei en opbouw van steden
Steden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 2.2
De groei en opbouw van steden
Steden

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 2.1

Slide 2 - Tekstslide

Los Angeles
Barcelona
Nairobi
Rio de Janeiro
Bangkok
Sydney

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is een primate city

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Istanbul is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners

Slide 6 - Quizvraag

Zijn onderstaande zinnen juist of onjuist?

1. Een wereldstad is belangrijker dan een megastad.

2. Een wereldstad heeft altijd meer inwoners dan een megastad.
A
1 = juist, 2 = onjuist
B
1 = onjuist, 2 = juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In een stad.....
A
is de bebouwingsdichtheid hoog
B
is de bebouwingsdichtheid laag

Slide 8 - Quizvraag

Op welke plek in een land liggen de meeste steden? Denk aan eten en handel.

Slide 9 - Open vraag

2.2 Urbanisatie

--> trek van platteland naar de stad.


- CBD: zakencentrum

2.2 Suburbanisatie

--> trek van stad naar rustige plekken rondom steden (platteland)

- Suburbs

Slide 10 - Tekstslide

Zoek een afbeelding van het CBD.

Slide 11 - Open vraag

Central business district

Slide 12 - Tekstslide

Zoek een foto van een suburb.

Slide 13 - Open vraag

Suburb > veel ruimte en rust net buiten de stad

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noemen we een wijk zoals je op deze foto ziet? 

Slide 15 - Woordweb

Wat is het verband tussen een hoog verstedelijkingstempo en het ontstaan van krottenwijken?

Slide 16 - Woordweb

Zoek een foto van een krottenwijk in Brazilië.

Slide 17 - Open vraag

Zoek een foto van een krottenwijk in een Aziatisch land. LET OP! Je moet wel kunnen benoemen welk land het is.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Werksectoren

  • Primaire sector > landbouw
  • Secundaire sector > industrie
  • Tertiaire sector > diensten

  • Informele sector > je betaalt geen belasting.

Slide 20 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Grootste sector in arme landen.
Grootste sector in Nederland.
Visser
Bakker
Boer
Docent
Postbode
Vlogger
Na de industriele revolutie werd deze sector veel kleiner.
In deze sector worden producten gemaakt vanuit grondstoffen.

Slide 21 - Sleepvraag

Even herhalen .... Maak de juiste combinaties: 
In rijke landen groeien steden niet zo snel meer. 
Mensen verhuizen naar de stad, bijvoorbeeld omdat er geen werk meer is op het platteland.
Het % mensen dat in steden woont.
Urbanisatie
Verstedelijkingsgraad
Verstedelijkingstempo

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide