De leerling erkent en waardeert verschillen tussen mensen, zoals in cultuur, opvattingen, uiterlijk of mogelijkheden. De leerling toont respect voor de grenzen en gevoelens van zichzelf en anderen, en begrijpt het belang van menselijke waardigheid. Hij of zij handelt vanuit respect, inclusiviteit en empathie in sociale situaties, op school en daarbuiten.