8.1 Bloed

Startopdracht
Zoek een plek in de klas
Mobiel in je kluis
Boek+ schrift+ pen op tafel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Zoek een plek in de klas
Mobiel in je kluis
Boek+ schrift+ pen op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg (15min)
Aan het slag (20min)
Afsluiten (5min)

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 8.1 Bloed
Hoofdstuk 8

8.1 Bloed

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 8.1 Bloed
8.1 Bloed
Je kunt van bloed van de mens de samenstellende delen noemen en de functie van de delen beschrijven:
  • vorm, functies en voorkomen van bloedplasma met onder andere: zuurstof, koolstofdioxide, water, voedingsstoffen en eiwitten zoals antistoffen en hormonen
  • vorm, functies en plaats van vorming van rode bloedcellen (met hemoglobine), witte bloedcellen en bloedplaatjes
  • transport van stoffen tussen bloed, weefselvloeistof en cellen
  • Je weet wat er gebeurd in je lichaam bij inspanning

Slide 4 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloed?
Bloedplasma:
Vocht in het bloed met als taak het vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen

Bloedcellen:
rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 7 - Tekstslide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers        
  • Witte bloedcellen type 1:      Eten de ziekteverwekkers op (vreetcellen)
  • Witte bloedcellen type 2:    Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 8 - Tekstslide

Bloedplaatjes
  • Zorgen dat wondjes dichtgaan. 
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling

Slide 9 - Tekstslide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 10 - Tekstslide

Transport via bloedplasma
Bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam. De stoffen zijn opgelost in het bloedplasma

Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 11 - Tekstslide

Transport via rode bloedcellen

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
  • Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine en laat ergens anders weer los.

Slide 12 - Tekstslide

Opname en afgifte van gassen in het bloed

Slide 13 - Tekstslide

Verbranding

Slide 14 - Tekstslide

Voldoende glucose
Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

Aanvullen vanuit de 'reserves' namelijk: glycogeen.

Hormonen: Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Voldoende zuurstof
De ademhaling versnelt, zodat je voldoende zuurstof kan opnemen en alle koolstofdioxide kan afstaan.


Slide 15 - Tekstslide

Examenvragen
In Nederland overlijden jaarlijks ongeveer 200 mensen tijdens of vlak na intensief sporten. Vaak is een hartinfarct de oorzaak. Een hartinfarct kan het gevolg zijn van een verstopping van een kransslagader. Een deel van de hartspier krijgt dan onvoldoende zuurstof aangevoerd en sterft af.

Slide 16 - Tekstslide

De verstopping van een kransslagader kan ontstaan door erfelijke aanleg of door ongezond gedrag.
Geef een voorbeeld van ongezond gedrag dat een oorzaak kan zijn van een hartinfarct.

Slide 17 - Open vraag

Een verstopping van een kransslagader kan het gevolg zijn van een ophoping van bloedstolsels.
Welke bloeddeeltjes laten zulke stolsels ontstaan?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen

Slide 18 - Quizvraag

Zuurstof is nodig voor de verbranding. De spiercellen van het hart verbruiken behalve zuurstof nog een stof bij de verbranding.
Geef de naam van deze brandstof.

Slide 19 - Open vraag

Bij een ernstige ontsteking ontstaat etter. Etter bestaat uit dode bacteriën en bloeddeeltjes die betrokken zijn bij de bestrijding van ziekteverwekkers. Welke bloedddeeltjes zijn dit?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen

Slide 20 - Quizvraag

Paragraaf 8.1 Bloed


8.1 Bloed

Lezen 8.1 blz 84 t/m 96 Maken 8.1 opdracht 1 t/m 24

Slide 21 - Tekstslide