moderne tijd - politieke stromingen

Moderne tijd-Politieke stromingen
Deze les:
  • Inleveren tijdlijn en bestuursvorm + leren proefwerkweek
  • herhaling verlicht absolutisme 
  • uitleg industrialisatie en ontstaan politieke stromingen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Moderne tijd-Politieke stromingen
Deze les:
  • Inleveren tijdlijn en bestuursvorm + leren proefwerkweek
  • herhaling verlicht absolutisme 
  • uitleg industrialisatie en ontstaan politieke stromingen

Slide 1 - Tekstslide

De laatste loodjes! 
Cijfers die nog openstaan:
  • SO (gemaakt en maandag bespreken) 
  • PO - tijdlijn en bestuursvorm (ingeleverd / sommige groepjes nog aanpassen) 
  • Proefwerk in de proefwerkweek
OneNote staat alle informatie en opdrachten die je moet leren
Via Magister berichten een kennen en kunnen lijstje --> gebruik tijdens leren

Slide 2 - Tekstslide

Wat is verlicht absolutisme
A
Een regeerwijze waarbij de vorst, de absolute macht in handen heeft, maar probeert om zonder inspraak van het volk hervormingen door te voeren
B
Het systeem dat Frederik en Catherina de Grote in Pruisen en Rusland invoerden en dat Frankrijk juist niet wilde invoeren.
C
Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren
D
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van ratio

Slide 3 - Quizvraag

Welk persoon hoort niet bij het verlicht absolutisme?
A
Jozef II van Oostenrijk
B
Catharina II van Rusland
C
Frederik de Grote van Pruissen
D
Lodewijk XIV van Frankrijk

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak past het beste bij het verlicht absolutisme?
A
'De staat dat ben ik"
B
'Mijn macht heb ik van God gekregen'
C
'Alles voor het volk, niets door het volk'
D
'Wie tegen mijn macht ingaat, gaat tegen God in"

Slide 5 - Quizvraag

Politieke stromingen
  • Wat? Een verzameling ideeën hoe de samenleving het beste bestuurd en ingedeeld kan worden.
  • Wie? Liberalisme, socialisme, confessionalisme en communisme
  • Wanneer? ontstaan in de 19e eeuw en 20ste eeuw, moderne tijd
  • Waarom? Ontstaan van grote verschillen tussen arm en rijk door de industriële revolutie 

Slide 6 - Tekstslide

achtergrond ontstaan politieke stromingen
Industrialisatie (vanaf 1750 in Engeland, vanaf 19e eeuw rest van Europa) 

Gevolgen:
  • slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders 
  • sociale kwestie: het probleem van de    slechte woon- en werkomstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw én de vraag hoe dit op te lossen 
sloppenwijk in Amsterdam ca. 1900

Slide 7 - Tekstslide

Waarom leidt de sociale kwestie tot het ontstaan van politieke stromingen?

Slide 8 - Open vraag

Liberalisme
Basisideeën:
  • Een grondwet waarin burgerlijke vrijheden en bescherming van (economisch) bezit is vastgelegd 
  • democratie
  • Het individu moet met zijn bezit kunnen doen wat hij wil, zonder lastig te worden gevallen met allerlei regels  weinig overheidsbemoeienis! Een zo groot mogelijke vrijheid is het beste voor de samenleving 

Slide 9 - Tekstslide

Socialisme en communisme
Basisideeën:
  • Sociale gelijkheid en welvaart voor alle burgers 
  • Liberalisme koppelden vrijheid te veel aan bezit, waren daardoor enkel gericht op de bourgeoisie ( de rijken )  

Twee stromingen die bijna hetzelfde willen: gelijkheid tussen arm en rijk
  • sociaaldemocraten (doelen bereiken via wetten en democratie) 
  • communisten (doelen bereiken via revolutie!) 

Slide 10 - Tekstslide

Karl Marx 
Grondlegger socialisme en communisme.
  • De geschiedenis bestaat uit een eeuwige klassenstrijd (strijd tussen twee klassen, vaak arm en rijk) 
  • In de Industriële Revolutie gaat het om een strijd tussen de bourgeoisie (de rijken) en het proletariaat ( de arbeiders ) 
  • De arbeiders moeten met een revolutie aan de macht komen en de fabrieken van de bourgeoisie afnemen = dictatuur van het proletariaat 

Slide 11 - Tekstslide

Confessionalisme
Basisideeën:
  • Politieke standpunten zijn gebaseerd op het geloof / de Bijbel 
  • Wetten en regels zouden gebaseerd moeten zijn op de Bijbel

Twee richtingen:
  • Protestanten (Anti Revolutionairen Partij o.l.v. Abraham Kuijper) 
  • Katholieken (Room-Katholieke Staatspartij o.l.v. Herman Schaepman) 

Slide 12 - Tekstslide

liberalisme
sociaaldemocraten
communisme
confessionalisme
Visie op sociale kwestie
Idee over de sociale kwestie: iedere goede christen heeft het als taak om zorg te dragen voor armen (heb uw naasten lief, armenzorg e.d.). Pas als mensen elkaar onderling niet kunnen helpen, moet de overheid in actie komen 

D.m.v. sociale wetten kunnen we het leven van arbeiders verbeteren. 
Een revolutie moet het huidige bestuur vervangen voor een sterke staat.
Overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de samenleving. werknemers en werkgevers komen zelf met een oplossing.

Slide 13 - Sleepvraag

liberalisme
sociaaldemocraten
communisme
confessionalisme
Koppel de plaatjes aan de juiste politieke stroming

Slide 14 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maak de opdrachten in de OneNote onder kopje democratische revoluties. 
  • (2.7.a opdracht 1)
  • (2.7b schema invullen) handig voor leren! 

Slide 15 - Tekstslide