H2 - Installatieautomaten

Vakkennis installeren
Hoofdstuk 2
Installatieautomaten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElectronicaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vakkennis installeren
Hoofdstuk 2
Installatieautomaten

Slide 1 - Tekstslide

Installatieautomaten
Installatieautomaten (IA's) zijn tegenwoordig de beveiliging die je terugvind in alle soorten installaties.
Het grote voordeel van IA's is dat ze herbruikbaar zijn als hun taak hebben uitgevoerd.
Maar wat is de functie van
een installatieautomaat? (V)

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de
functies van een
installatieautomaat?

Slide 3 - Woordweb

Installatieautomaten
De 2 hoofdfuncties van IA's zijn:
  1. De installatie beveiligen tegen overbelasting
  2. De installatie beveiligen tegen kortsluiting.

IA's kennen ook twee nevenfunctie:
  1. Groepschakelaar.
  2. Lastscheider.

Slide 4 - Tekstslide

Beveiliging tegen overbelasting
In de automaat zit een bimetaal waar de belastingstroom door loopt. Een bimetaal bestaat uit twee verschillende metalen die op elkaar gelast zijn. De uitzettingscoëfficiënten van de twee metalen zijn verschillend. Als de combinatie
opwarmt of afkoelt resulteert dit in kromtrekken van
het plaatje. Zo creëer je een temperatuurschakelaar.

Slide 5 - Tekstslide

Beveiliging tegen overbelasting
Het opwarmen van het bimetaal is een vrij traag proces. Voor een overbelasting is dit perfect. Er wordt voorkomen dat bij elke piekstroom over de nominale stroom de automaat tript. De automaat kan ook gedurende een bepaalde tijd prima overbelast worden. Soms kan dit dagen of weken aanhouden als het een kleine overbelasting is. Na verloop van tijd tript de automaat uiteindelijk toch. (V)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen overbelasting en een kortsluiting?

Slide 7 - Open vraag

Beveiliging tegen kortsluiting
Wanneer er een kortsluiting ontstaat praten we over een directe verbinding tussen de fase en aarde of tussen de fase en nul. Door de zeer lage circuitweerstand zal er een enorme stroom gaan lopen. Het proces van het bimetaal is dan veel te traag. 

Slide 8 - Tekstslide

Beveiliging tegen kortsluiting
Het proces van het bimetaal is veel te traag voor het uitschakelen van een kortsluiting. In de IA is ook een uitschakelspoel  aanwezig. ook hier loopt de belastingstroom doorheen. Door de zeer hoge kortsluitstroom wordt de spoel geactiveerd. In de spoel is een metalen pin die in beweging gebracht wordt en zo de uitschakeling veroorzaakt.

Slide 9 - Tekstslide

In de installatieautomaat

Slide 10 - Tekstslide

De nominale beveiligingsstroom
Dit is de maximale stroom waar de IA de achterliggende installatie op beveiligd. Deze stroom vind je terug
op de IA zelf. In dit voorbeeld zie je C20 staan. De
nominaal stroom van deze IA is 20A. De C geeft
de uitschakelkarakteristiek aan.

Slide 11 - Tekstslide

Uitschakelkarakteristieken
Een andere belangrijke eigenschap van een IA
is de uitschakelkarakteristiek. Je hebt hier een
behoorlijk aantal varianten van. De meest
gebruikte zijn de B, C en D-karakteristiek.

Slide 12 - Tekstslide

Uitschakelkarakteristieken
De kromming in de karakteristiek heeft
betrekking op overbelastingbeveiliging. Deze
is voor alle drie de karakteristieken gelijk. Het
onderste gedeelte heeft betrekking op de
kortsluitstroom. De B, C en D geven dus aan hoe
groot de maximale piekstromen door de IA
mogen zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Uitschakelkarakteristieken
Uitschakelkarakteristieken:
B-3 tot 5x In        C-5 tot 10x In      D-10 tot 20x In

Bv. Een B16 automaat schakelt een kortsluiting
boven 80A (5x16A) uit. Echter tussen de 48A 
(3x16A) en 80A mag de IA ook uitschakelen. Dit
is een grijsgebied.

Slide 14 - Tekstslide

Uitschakelkarakteristieken
Tussen de 48A en 80A MAG de IA schakelen.
Bij 80A en hoger MOET de IA schakelen.

Slide 15 - Tekstslide

Robert heeft een slijpschijf van 2kW en een nominaal stroom van 9A. De slijpschijf veroorzaakt een stroompiek van 5x 9A. De groep waar het apparaat op aangesloten is, is beveiligd met een B10 automaat. Blijft de automaat in?
A
Zeker wel
B
Hoogstwaarschijnlijk wel
C
Hoogstwaarschijnlijk niet
D
Zeker niet

Slide 16 - Quizvraag

Selectiviteit
In een installatie moeten we beveiligingen die achter elkaar geïnstalleerd zijn, op elkaar afstemmen. Dit noemen we selectiviteit.

Selectiviteit passen we maar om één reden toe. We willen alleen de beveiliging aanspreken die, gezien vanaf de kortsluiting richting de voeding, als eerst in de voeding zit.

Slide 17 - Tekstslide

Selectiviteit

Voorbeeld:
Hier ontstaat een kortsluiting in de eindgroep achter automaat F3. De kortsluitstroom loopt vanaf de hoofdschakelaar door automaat F2 naar de onderverdeler. Vanuit de onderverdeler wordt de eindgroep achter automaat F3 gevoed.

Slide 18 - Tekstslide

Selectiviteit

Voorbeeld:
Omdat de F2 selectief is gekozen ten opzichte van F3 tript alleen automaat F3. Dit is de eerste automaat in de voedingslijn gezien vanaf de kortsluiting. De rest van de installatie blijft in bedrijf.

Slide 19 - Tekstslide

Selectiviteit

Volgende voorbeeld:
Hier ontstaat eveneens een kortsluiting in de eindgroep achter automaat F3. De kortsluitstroom loopt vanaf de hoofdschakelaar door automaat F2 naar de onderverdeler. Vanuit de onderverdeler wordt de eindgroep achter automaat F3 gevoed.

Slide 20 - Tekstslide

Selectiviteit

Volgend voorbeeld:
Omdat automaat F2 niet selectief is gekozen ten opzichte van automaat F3 tript F2 in plaats van F3. Dit is NIET de eerste automaat in de voedingslijn gezien vanaf de kortsluiting. de gehele voedingsverdeler achter automaat F2 wordt spanningsloos.

Slide 21 - Tekstslide

Selectiviteit
Een vuistregel die vaak voor selectiviteit tussen installatieautomaten wordt gebruikt is de volgende. Als een eindgroep een IA van B16A heeft dan is de eerst volgende voorbeveiliging twee stappen groter gekozen in de reeks. Dit zou een B25A automaat zijn.

Reeks: 6A - 10A - 16A - 20A - 25A - 32A - 40A - 50A - 63A

Slide 22 - Tekstslide

Waarom passen we selectiviteit toe binnen installaties?
A
Om de hoofdschakelaar te beschermen.
B
Om de belangrijkste delen in de installatie te beschermen.
C
Om ervoor te zorgen dat alleen de eindgroep met de betreffende kortsluiting wordt afgeschakeld.
D
Om een makkelijkere keuze te kunnen maken tussen de verschillende automaten.

Slide 23 - Quizvraag

Henk ontdekt dat er kortsluiting is ontstaan in zijn wasmachine. De eindgroep van de wasmachine is uit maar ook de hoofdzekering. Is de installatie selectief?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag