Paragraaf 1: Woonplaats en werkplaats:
1. Je kunt uitleggen hoe Europa weer een landbouwstedelijke
samenleving werd.
2. Je kunt uitleggen hoe de geldeconomie in Europa zich ontwikkelde.
3. Je kunt uitleggen hoe de nijverheid was georganiseerd.
4. Je kunt beschrijven hoe de internationale handel groeide.