4H week 4 les 2 pronom personnel révision + tekst ex 20

Wat gaan we doen?

Kijken of je het persoonlijk vnw snapt dmv quizje

ex 37-39 nakijken (die heb je online gemaakt)

Tekst van ex 20- heb je die gesnapt? Goed lezen is zó belangrijk!!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

Kijken of je het persoonlijk vnw snapt dmv quizje

ex 37-39 nakijken (die heb je online gemaakt)

Tekst van ex 20- heb je die gesnapt? Goed lezen is zó belangrijk!!

Slide 1 - Tekstslide

Pronom personnel
Pronom personnel
Hoeveel snap je ? Gaan we checken

Slide 2 - Tekstslide

Mes parents m'ont interdit de sortir
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

Eric ne lui a pas répondu
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Ma mère nous n'a pas donné le cadeau
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Je l'ai téléphoné
B
Je lui ai téléphoné
C
Je le veux téléphoner
D
J'ai lui téléphoné

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
je lui ai donné 20 euros
B
je veux le donner 20 euros
C
je lui veux donner 20 euros
D
je l'ai donné 20 euros

Slide 7 - Quizvraag


Vervang het meew.vw
Il va donner de l'argent aux pauvres.

Slide 8 - Open vraag


Geef antwoord en vervang:
Tu m'as posé une question? Oui...

Slide 9 - Open vraag



Vervang het lijdend vw:
Il a expliqué son problème 

Slide 10 - Open vraag


Vervang het meew vw:
Il n'a pas écrit un mail à son ami

Slide 11 - Open vraag



Geef antwoord en vervang:
Il va nous donner de l'argent?  
  Oui....(begin met Oui)

Slide 12 - Open vraag


Geef antwoord met non en vervang.
Il peut acheter cette jolie voiture? Non, ...

Slide 13 - Open vraag


Geef antwoord met non en vervang:
Tu as vu le dernier film d'Omar Sy? Non, 

Slide 14 - Open vraag

Dus: controleer 
Lijdend of meewerkend vw?
Plaats: voor infinitif? 
             voor het eerste ww?
Ontkenning om het 1e ww?

Slide 15 - Tekstslide

Heb je het gesnapt?
ja of nee?

Slide 16 - Woordweb

Exercice 37b
1 Tu as déjà entendu cette histoire? Oui, je l’ / lui ai déjà entendue.
2 Sandrine va-t-elle chercher un nouveau job? Oui, elle va le / lui faire.
3 Elle a déjà envoyé des lettres de candidature aux magasins? Oui, elle les / leur a envoyé des lettres de candidature.
4 Ton oncle et ta tante ont donné à Sandrine la possibilité de travailler dans leur entreprise? Oui, ils l’ / lui ont donné la possibilité de travailler dans leur entreprise.
5 Sandrine va remercier ton oncle et ta tante? Oui, elle va les / leur remercier. Maakt dus niet uit dat er ton oncle staat. Een zelfstandig naamwoord lijdend vw is altijd le/la of les en dus nooit me of te.
6 Va-t-elle surtout décevoir sa tante? Non, elle ne va pas la / lui décevoir.

Dus bij een zelfst nw zonder à: le,la,l'of les
                      zelfst nw met à (of au/aux) - lui of leur

Slide 17 - Tekstslide

Exercice 37c
1 Il t’a répondu.
2 Il va nous écrire une lettre.
3 Je ne l’ai pas vu.
4 Elle leur donne l’offre d’emploi.
5 Le chef va les licencier.
6 Une cliente a parlé du nouveau poste à ses copines.


Volgorde: onderwerp- alle werkwoorden- lijdend of meew vw
                   zet dan het persoonlijk vnw in de zin: 
                                infinitif in de zin?  voor de infinitif
                               geen infinitif?    voor 1e werkwoord

Slide 18 - Tekstslide

Exercice 38a
1 Marine l’a lue dans le journal.
2 Elle leur a parlé de ce travail.
3 Ses copines lui ont dit que c’était idéal pour elle.
4 Elle. va la poser.
5 Elle veut vraiment l’avoir

Exercice 39
1 Il va la lui écrire.
2 Elle le lui a acheté.
3 Nous allons la leur raconter.
4 Il le leur a offert.
5 Vous le lui avez donné.
6 Je la lui pose.



Slide 19 - Tekstslide

Pak nu je tekst 20 erbij. Je krijgt wat vragen over de tekst om te kijken of je het begrepen hebt.
Lees de antwoorden goed door en kijk of je het ook ziet staan in de tekst!!!

Slide 20 - Tekstslide

Waarom is Hugo aan de Institut des hautes études de Glion gaan studeren?

Slide 21 - Open vraag

Alinea 1: welke 2 redenen staan in de tekst waarom Hugo gekozen heeft voor de hotelvakschool

Slide 22 - Open vraag

Wanneer heeft Hugo zijn studie gekozen ?

Slide 23 - Open vraag

Wat was de eerste stap die hij in die richting zette en waarom deed hij juist dat?

Slide 24 - Open vraag

Waarom is het een voordeel dat de meeste studenten niet Franstalig zijn?

Slide 25 - Open vraag

Welke 2 voordelen van deze opleiding worden genoemd in de tekst?

Slide 26 - Open vraag

Alinea 2:
Welke 4 dingen zijn belangrijk als je toegelaten wilt worden?

Slide 27 - Open vraag

Waarom is Hugo volgens de tekst toegelaten tot de school?

Slide 28 - Open vraag

herhaal de voca en zinnen van 4B. Deze heb je nodig voor de spreekopdracht in de les.
Lees de tekst op blz 27 goed door.

Huiswerk voor maandag: 

Slide 29 - Tekstslide