Les 6- di 26/9/2017

Bienvenidos

Hoy es......

martes.


¿Qué aprendiste la semana pasada?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos

Hoy es......

martes.


¿Qué aprendiste la semana pasada?

Slide 1 - Tekstslide

El adjetivo

Describe esta persona -->


Es un chico (klein)_________

Lleva (bril)____________

Tiene los ojos (blauw)______

Tiene el pelo (bruin)______



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je kent de vervoegingen van regelmatige en onregelmatige werkwoorden en kunt deze gebruiken in zinnen.
- Je kunt iemand's uiterlijk beschrijven
- Je gebruikt de juiste bijvoeglijknaamwoorden 

Slide 3 - Tekstslide

El programa de martes 26 de septiembre














  • 10 min - Corregir los deberes
  • 5 min   - Ser/tener/llevar
  • 10 min  - Descripciones 
  • 40 min - ¡Jugamos!

  • Los deberes

Slide 4 - Tekstslide

10 min - Corregir los deberes
¿Qué?           VOC p.16/17  oef. 3, 4, 5 + p. 19 
                        WB p. 30 oef 3a+b

¿Cómo?           Individualmente - en el ordenador
¿Tiempo?        10 min
¿Meta?             aprender de tus errores



Ga naar de dia's hierna en kijk na met een andere kleur pen!

Slide 5 - Tekstslide

VOC p. 16/17 oef 3,4,5
Oefening 3.
 1. tiene, es
2. tengo, soy
3. eres
4. somos
5. tengo
6. tienen

7. tenemos
8. tienes
9. tenemos
10. tenéis
11. sois
12. es, es
Oefening 4. 
1.  hablo
2. hablas
3. hablan. 
4. habla
5. habláis
6. hablamos, hablan
7. hablas, hablo
8. hablan
Oefening 5. 
1. te llamas
2. me llamo
3. me llamo, 
se llama
4. se llama
5. me llamo,
 se llama
6. os llamáis
7. nos llamamos
8. se llaman

Slide 6 - Tekstslide

VOC p. 19 
Bespreek met je groepje 

Slide 7 - Tekstslide

Werkboek p. 30 
3a: voorbeelduitwerking 
Eustaquio lleva gafas, lleva bigote y tiene el pelo rizado
Rigoberto tiene el pelo rizado y lleva gafas. 

3b
1. fulgencio, casimero
2. casimero, inocencio, timoteo, anastasia, fulgencio, 
3. fulgencio, rosendo, anastasio, eustaquio, timoteo
4. timoteo, inocencio, rosendo
5. inocencio, rosendo, eustaquio, rigoberto
6. inocencio, anastasio, rosendo, rigoberto, eustaquio. 

Slide 8 - Tekstslide

La descripción de una persona




Aspecto físico


 ser (zijn): guapo/a, alto/a


 tener(hebben): los ojos azules, el pelo rubio


 llevar (dragen): bigote, gafas


Carácter


 ser(zijn): simpático/a, pesimista, activo/a


Slide 9 - Tekstslide

10 min - Descripciones
¿Qué?                Beschrijf het uiterlijk van je idool
¿Cómo?            In groepjes van 4
¿Tiempo?         10 min 
¿Meta?              Je kunt iemand's uiterlijk beschrijven

¿Listo?               Internetopdrachten -> zie volgende slide 

Slide 10 - Tekstslide

30 min - ¡Jugamos!
- Memory
- Kwartet
- Punten verdienen
- Ezelen (burro)
- Domino 
Onderwerpen:
- Beschrijvingen
- Bijvoeglijk naamwoorden
- Werkwoorden vervoegen
- Vocabulaire 

Slide 11 - Tekstslide

Los deberes

Aprender: 
+ 3.1 
+ ser, tener, hablar, comer, vivir, llamarse 
+ bijvoeglijk naamwoorden


evt. spel afmaken: volgende les spelen!






Slide 12 - Tekstslide

1. Wat heb je vandaag geleerd?
2. Wat vond je van de eerste paar lessen Spaans?

Slide 13 - Open vraag

Klaar? - Practicar en Internet
- Oef 1 (bijvoeglijk naamwoord)
- Oef 2 (beschrijvingen - voca)
- Oef 3 (werkwoorden, verbuga)


Bij oef 3: 
Klik aan bij werkwoorden: beber, comer, hablar, ser, tener, llamarse
Klik aan bij tijden: presente

Slide 14 - Tekstslide