Doelen CVO_initiatie warme en koude keuken

Doel: Keukenmateriaal
Ik kan het keukenmateriaal aanduiden.

Ik kan het keukenmateriaal benoemen.

Ik kan het keukenmateriaal juist gebruiken.
1 / 93
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 93 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel: Keukenmateriaal
Ik kan het keukenmateriaal aanduiden.

Ik kan het keukenmateriaal benoemen.

Ik kan het keukenmateriaal juist gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Keukenmateriaal
nieuwe termen

Wat is de naam?
Waarvoor gebruik je het?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Doel: Producten
Ik kan de producten aanduiden.

Ik kan de producten benoemen.

Ik kan de versheid van de producten controleren.

Slide 6 - Tekstslide

Producten
Productenkennis


Wat is het?
Hoe controleer je de versheid?

Slide 7 - Tekstslide

Doel: Groenten en fruit
Ik kan zeggen of het een groente of fruit is.

Ik kan de versheid van groente en fruit controleren.

Ik kan groente en fruit op de juiste wijze reinigen en versnijden.

Slide 8 - Tekstslide


A
broccoli
B
witte kool
C
bloemkool
D
groene kool

Slide 9 - Quizvraag


A
groente
B
fruit

Slide 10 - Quizvraag


A
vers
B
niet vers

Slide 11 - Quizvraag

Hoe moet ik een bloemkool reinigen en versnijden?

Slide 12 - Tekstslide


A
peer
B
perzik
C
druif
D
appel

Slide 13 - Quizvraag


A
groente
B
fruit

Slide 14 - Quizvraag


A
vers
B
niet vers

Slide 15 - Quizvraag

Hoe moet ik een appel reinigen en versnijden?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het?

Groente of fruit?

Hoe moet ik het reinigen en versnijden?

Slide 17 - Tekstslide

Doel: Vlees en gevogelte
Ik kan zeggen of het vlees of gevogelte is.

Ik kan de versheid van vlees en gevogelte controleren.

Ik kan vlees en gevogelte op de juiste wijze reinigen en versnijden.

Slide 18 - Tekstslide


A
Vlees
B
Gevogelte

Slide 19 - Quizvraag


A
Vlees
B
Gevogelte

Slide 20 - Quizvraag


A
Vlees
B
Gevogelte

Slide 21 - Quizvraag


A
Vlees
B
Gevogelte

Slide 22 - Quizvraag


A
Vlees
B
Gevogelte

Slide 23 - Quizvraag


A
Vlees
B
Gevogelte

Slide 24 - Quizvraag

Doel: Vis, schaal- en schelpdieren

Ik kan zeggen of het een vis, schaaldieren of schelpdieren zijn.

Ik kan de versheid van vis, schaal- en schelpdieren controleren.

Ik kan vis, schaal- en schelpdieren op de juiste wijze reinigen en versnijden.

Slide 25 - Tekstslide


Wat is het?

Vis, schaal- of schelpdier?

Hoe moet ik het reinigen en versnijden?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Doel: Fonds

Ik ken het verschil tussen verschillende fonds.

Ik kan de fonds maken.

Slide 29 - Tekstslide

Fonds

Slide 30 - Woordweb

Blanke fond

Slide 31 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je blanke fond?
  • Hoelang moet het opstaan?

Slide 32 - Tekstslide

Gevogeltefond

Slide 33 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je blanke fond?
  • Hoelang moet het opstaan?

Slide 34 - Tekstslide

Bruine fond

Slide 35 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je gevogeltefond?
  • Hoelang moet het opstaan?

Slide 36 - Tekstslide

Visfumet

Slide 37 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je visfumet?
  • Hoelang moet het opstaan?

Slide 38 - Tekstslide

Doel: Basissauzen

Ik ken het verschil tussen verschillende basissauzen.

Ik kan de basissauzen maken.

Slide 39 - Tekstslide

Basissauzen

Slide 40 - Woordweb

Soorten sausen
  1. witte sauzen
  2. bruine sauzen
  3. tomatensaus
  4. botersauzen
  5. oliesauzen
  6. chaud-froidsausen

Slide 41 - Tekstslide

1. Witte saus
  • Béchamelsaus: blanke roux + melk

  • Veloutésaus: blanke roux + fond

Slide 42 - Tekstslide

Witte saus
  • Koude roux = vooraf klaargemaakt

  • Warme roux= onmiddellijk te gebruiken

Slide 43 - Tekstslide

Béchamelsaus

Slide 44 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je béchamelsaus?
  • Bij welke gerechten?

Slide 45 - Tekstslide

Béchamelsaus
Is een witte saus.

Ingrediënten:
  • roux
  • melk (soms ook gedeeltelijk keukenfond of groentekookvocht)
  • PEZONO

Slide 46 - Tekstslide

Veloutésaus

Slide 47 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je veloutésaus?
  • Bij welke gerechten?

Slide 48 - Tekstslide

Is een witte saus.

Verschillende soorten afhankelijk van de gebruikte fond
  • kalfsveloutésaus: blanke fond
  • gevogelteveloutésaus: gevogeltefond
  • visveloutésaus: visfumet

Slide 49 - Tekstslide

Veloutésaus
Ingrediënten:
  • roux
  • fond
  • PEZO

Slide 50 - Tekstslide

2. Bruine saus
  • Spaanse saus of Espagnolesaus

Slide 51 - Tekstslide

Espagnolesaus of Spaanse saus

Slide 52 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje. (vanaf 6:49)

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je espagnolesaus?
  • Bij welke gerechten?

Slide 53 - Tekstslide

Ingrediënten:
  • vette mirepoix (spek - ui - wortel)
  • tomatenpuree
  • BG
  • knoflook
  • bloem
  • bruine fond
  • mignonettes
keukentermen:
  • sueren
  • tomater
  • singer
  • mouiller
  • assaisonner
  • frémir
  • vet afscheppen (dépouiller)
  • passer au chinois

Slide 54 - Tekstslide

3. Botersaus
  • Hollandaisesaus

Slide 55 - Tekstslide

Hollandaise saus

Slide 56 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje.

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je hollandaise saus?
  • Bij welke gerechten?

Slide 57 - Tekstslide

Ingrediënten:
  • eidooiers
  • boter
  • witte wijn
  • citroensap
  • water
  • zout
  • cayennepeper
keukentermen:
  • smelten
  • clarifier
  • toevoegen
  • monter (tot schuim kloppen op een zacht vuur <70°C)
  • assaisonner

Slide 58 - Tekstslide

4. De tomatensaus
  • Tomatensaus

Slide 59 - Tekstslide

Tomatensaus

Slide 60 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje. (vanaf 3:54)

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je tomatensaus?
  • Bij welke gerechten?

Slide 61 - Tekstslide

Ingrediënten:
  • vette mirepoix (spek - ui - wortel)
  • tomatenpuree + verse tomaten
  • BG
  • knoflook
  • bloem
  • blanke fond of gevogeltefond
  • PEZO
  • suiker
keukentermen:
  • sueren
  • tomater
  • singer
  • mouiller
  • assaisonner
  • frémir
  • dépouiller
  • passer au chinois

Slide 62 - Tekstslide

5. Oliesauzen
  • Mayonaise
  • Vinaigrette 

Slide 63 - Tekstslide

Mayonaise

Slide 64 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje. 

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je mayonaise?
  • Bij welke gerechten?

Slide 65 - Tekstslide

Mayonaise
Ingrediënten:
  • eidooiers
  • azijn
  • mosterd
  • olie
  • citroensap
  • PEZO

Slide 66 - Tekstslide

Vinaigrette

Slide 67 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje. 

  • Wat heb je nodig?
  • Hoe maak je vinaigrette?
  • Bij welke gerechten?

Slide 68 - Tekstslide

Vinaigrette
Ingrediënten:
  • 3 delen olie
  • 1 deel azijn
  • (citroensap)
  • PEZO

Slide 69 - Tekstslide

6. Chaud-froidsausen
  • Kalfschaud-froidsaus
  • Bruine chaud-froidsaus
  • Gevogeltechaud-froidsaus
  • Vischaud-froidsaus
  • Wildchaud-froidsaus

Slide 70 - Tekstslide

6. Chaud-froidsausen
Op basis van een veloutésaus:
  • kalfs-, gevogelte- of visveloutésaus 
  • gelatine
  • eventueel room

Slide 71 - Tekstslide

6. Chaud-froidsausen
Op basis van een gebonden keukenfonds of een basissaus:
  • bruine fonds ontvetten en binden met aardappelzetmeel
  • gelatine
  • eventueel room

Slide 72 - Tekstslide

Vinaigrette

Slide 73 - Tekstslide

Doel: Soepen

Ik ken het verschil tussen verschillende soepen.

Ik kan de soepen maken.

Slide 74 - Tekstslide

Soepen

Slide 75 - Woordweb

Soorten soepen
  • burgersoepen
  • pureesoepen of potages
  • roomsoepen
  • veloutésoepen

Slide 76 - Tekstslide

1. Burgersoepen
  • een niet gezeefde of niet gemixte soep
  • groenten worden in een bepaalde vorm gesneden
  • soep wordt soms licht gebonden met aardappelen of bloem


Slide 77 - Tekstslide

1. Burgersoepen
ingrediënten:
  • groenten (eventueel vlees, gevogelte of vis)
bevochtiging:
  • water, melk, keukenfonds of bouillon
kruiden:
  • BG
  • PEZO

Slide 78 - Tekstslide

1. Burgersoepen
Bereiding:
  • Groenten in vorm snijden (paysanne)
  • Groenten in boter laten stoven, Tomber au beurre. Toevoegen volgens gaartijd
  • Mouiller met water, melk, keukenfonds of bouillon
  • BG toevoegen
  • Assaisonner
  • Frémir

Slide 79 - Tekstslide

2. Pureesoepen of potages
  • worden gebonden door een puree van bepaalde ingrediënten
  • de soep wordt gemixt of gezeefd wanneer alle ingrediënten gaar zijn.


Slide 80 - Tekstslide

2. Pureesoepen of potages
naargelang het bindmiddel:
  • parmentiersoepen
  • peulvructhensoepen
  • garburesoepen

Slide 81 - Tekstslide

Parmentiesoepen
  • De binding bestaat uit aardappelen
  • Vooral bij groene groenten of groenten die veel vocht als basis hebben

Slide 82 - Tekstslide

Peulvruchtensoepen
  • De binding bestaat uit verse of gedroogde peulvruchten
  • Bij gebruik van gedroogde peulvruchten, worden deze vooraf enkele uren geweekt in koud water.

Slide 83 - Tekstslide

Garburesoepen
  • De binding bestaat uit vers wit broodkruim. Dit is wit brood zonder korst.
  • Bij gebruik van gedroogde peulvruchten, worden deze vooraf enkele uren geweekt in koud water.

Slide 84 - Tekstslide

2. Pureesoepen of potages
Samenstelling van de basisgroenten is afhankelijk van de kleur van de hoofdgroente:
  • wit: mirepoix van ui - wit van prei - witte stengel van selder

  • rood: mirepoix van ui - wit van prei - witte stengel van selder - wortel

Slide 85 - Tekstslide

2. Pureesoepen of potages
Samenstelling van de basisgroenten is afhankelijk van de kleur van de hoofdgroente:
  • groen: mirepoix van ui - hele prei - hele selder (geen wortelen)

  • donkergroen: mirepoix van ui - groen van prei - groen van selder ( geen wortelen)

Slide 86 - Tekstslide

2. Pureesoepen of potages
Bereiding:
  • Mirepoix en hoofdgroente tomber au beurre
  • Mouiller met blanke fonds
  • Assaisonner met BG en PEZO
  • Bindmiddel toevoegen
  • Frémir
  • BG verwijderen en passer au passe-vite of mixen (passer)
  • passer au chinois

Slide 87 - Tekstslide

3. Roomsoepen
  • worden gebonden met bloem
  • bevochtigen met keukenfonds of bouillon
  • afgewerkt met room die juist voor het doorgeven wordt toegevoegd


Slide 88 - Tekstslide

3. Roomsoepen
  • ingrediënten: groenten (eventueel vlees, gevogelte of vis)
  • bindmiddel: bloem
  • bevochtiging: keukenfonds of bouillon (blanke, vis, gevogelte)
  • kruiden: BG en PEZO
  • afwerking: room

Slide 89 - Tekstslide

3. Roomsoepen
Bereiding:
  • Mirepoix en hoofdgroente tomber au beurre
  • Singer
  • Mouiller met keukenfonds of bouillon
  • Assaisonner
  • Frémir
  • BG verwijderen en passer au passe-vite of mixen (passer)
  • passer au chinois
  • afwerken met room (crémer)

Slide 90 - Tekstslide

4. Veloutésoepen
  • worden gebonden met een blanke roux
  • afgewerkt met een liaison (eidooiers + room)


Slide 91 - Tekstslide

4. Veloutésoepen
  • ingrediënten: Bouquet marmite (enkel het wit gedeelte van de groenten)
  • bindmiddel: blanke roux
  • bevochtiging: keukenfonds of bouillon  (blanke, vis, gevogelte)
  • kruiden: BG en PEZO
  • afwerking: liaison

Slide 92 - Tekstslide

4. Veloutésoepen
Bereiding:
  • Blanke roux en fonds of bouillon loskloppen tot een lichte binding
  • aan de kook brengen
  • Garnituur Marmite + hoofdgroente toevoegen
  • Frémir (30 minuten)
  • Ganrituur Marmite verwijderen
  • Assaisonner
  • Passer au chinois
  • Liasion  in kom doen en al roerend de hete soep toevoegen

Slide 93 - Tekstslide