6.2 Afschaffing van de Slavernij

6.2 Afschaffing van de Slavernij
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.2 Afschaffing van de Slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Kijken
Luisteren
Legenda met iconen

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is slavernij in NL afgeschaft?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel 1
Aan het eind van deze les kun je enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 5 - Poll

Het Abolitionisme
Abolition = afschaffen >> abolitionisme = stroming die afschaffing van slavernij wil.
  • Protest tegen slavernij al wel eerder:
    Sommigen vonden het onchristelijk   "God vindt elk mens waardevol"
    Verlichte denkers: Iedereen heeft grondrechten (vrijheid), dus ook slaven.

  • De rest vond het normaal dat er slaven waren.
    >> FR schafte in 1794 slavernij af (Verlichting) >> Napoleon herstelde het weer (was te nadelig voor de economie van de koloniën).

Slide 6 - Tekstslide

Het Abolitionisme
Abolition = afschaffen >> abolitionisme = stroming die afschaffing van slavernij wil.
  • Eerste doel: afschaffing van slavenhandel >> slavernij zou zo vanzelf verdwijnen en de eigenaars zouden goed met hun slaven omgaan.
  • GB kende sterk abolitionistische stroming >> 1807: afschaffing slavenhandel >> onder Britse druk volgden andere landen ook.
  • Ondanks verbod nam slavernij niet af. Redenen hiervoor:
    1) Illegale mensenhandel bleef doorgaan.
    2) Kinderen van slaven werden beter verzorgd >> latere slaven.

Slide 7 - Tekstslide

Voor- en tegenstanders
Minderwaardig
Volgens veel mensen waren blanken beter dan zwarten (superieur). Het waren namelijk de blanken die de beste dingen voor elkaar hadden gekregen.
Producten
Vaak waren de slaven al slaven toen ze werden gekocht door Afrikaanse stamhoofden. Slaven werden gezien als producten.
Bijbel
In de Bijbel staat dat slaven hun meesters moeten gehoorzamen. Als het in de Bijbel staat, is het dus wat God wil.
Grondrechten
Volgens de verlichting had ieder mens bepaalde grondrechten, dus ook slaven. Eén hiervan was dat ieder mens het recht heeft op vrijheid.
Gelijkheid
Volgens de verlichting was ieder mens gelijk. Het was dus onlogisch dat blanken beter zouden zijn dan zwarten.
Onbijbels
In de Bijbel staat dat je van je medemens moet houden en voor hem moet zorgen. Slaven werden niet op zo'n manier behandeld en dat ging dus in tegen te Bijbel.

Slide 8 - Tekstslide

Het Abolitionisme
Abolition = afschaffen >> abolitionisme = stroming die afschaffing van slavernij wil.
  • Abolitionisten wilden nu slavernij tegengaan. Door:
    1. Slaven vrij te kopen.
    2. Anderen van hun gelijk te overtuigen (boeken, pamfletten en prenten)
  • Maar zolang slavernij niet werd verboden, bleef dit systeem bestaan.

Slide 9 - Tekstslide


Abolitionisme

  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'
  • Abolitionisten willen slavernij afschaffen
  • Het past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig, of het christendom: mensen moeten voor elkaar zorgen








John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen. 

Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.

In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 1
Aan het eind van deze les kun je enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 12 - Poll

Leerdoel 2
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 14 - Poll


Engeland schaft de slavernij af

  • In Engeland wordt in eerste instantie een wet aangenomen die slavenhandel verbied: er mogen dus geen 'nieuwe' tot slaaf gemaakten naar Amerika
  • Dit bleek niet voldoende te werken, daarom werd slavernij in 1833 in het hele Britse Rijk afgeschaft.
  • Slavenhouders kregen bij elkaar 20 miljoen pond aan schadevergoedingen









De afschaffing van de slavernij wordt in de krant bekend gemaakt.

Slide 15 - Tekstslide


Illegale slavenhandel

  • Met slavenhandel werd veel geld verdiend.
  • Ondanks de afschaffing van slavernij, werd er nog steeds illegaal in tot slaaf gemaakten gehandeld.
  • Als een slavenschip het risico liep om betrapt te worden, werden de tot slaaf gemaakten overboord gegooid, zodat er ze niet werden 'gevonden' door de marine







La Amistad (Spaans: De Vriendschap) was een Spaans slaventransportschip waarop in 1839 een opstand uitbrak. Deze opstand zou bekend worden als de Amistadopstand.

In 1997 werd dit verhaal door Steven Spielberg verfilmd in de film Amistad.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


De Amerikaanse Burgeroorlog
1861-1865




  • De discussie over wél of geen slavernij leidt in de Verenigde Staten uiteindelijk voor een burgeroorlog tussen de Noordelijke Staten (zónder plantages en slavernij) en de Zuidelijke Staten (mét plantages en slavernij)
  • Uiteindelijk wint het Noorden en wordt slavernij in de hele VS afgeschaft.









    De Noordelijke Staten (blauw): zonder slaven
    De Zuidelijke Staten (rood): met slaven

    Slide 18 - Tekstslide

    Het Noorden
    voor een federale regering
    Het Zuiden
    voor veel macht per staat

    Slide 19 - Tekstslide

    Het Noorden
    veel industrie
    Het Zuiden
    veel landbouw

    Slide 20 - Tekstslide

    Het Noorden
    "tegen" slavernij
    Het Zuiden
    voor slavernij
    Geef vrijheid aan alle inwoners
    - Het tweede Boston vrouwelijke anti-slavernij genootschap, 1840

    Slide 21 - Tekstslide

    De VS splitsten zich op (1860)
    Rood: Confederatie
    Donkerblauw: Unie
    Lichtblauw: Twijfel
    Abraham Lincoln
    Jefferson Davis

    Slide 22 - Tekstslide

    Leerdoel 2
    Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.

    Slide 23 - Tekstslide

    Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
    Niks
    Weinig
    Redelijk
    Veel

    Slide 24 - Poll

    Waarom werkte de afschaffing van slavenhandel niet om slavernij weg te krijgen?
    A
    Omdat de handel dan wel ondergronds (illegaal) werd gedaan.
    B
    Omdat slaven houden niet verboden werd, dus slavernij bleef bestaan.
    C
    Omdat de slavenhandelaren nu slaveneigenaren werden en gewoon doorgingen.
    D
    Omdat plantage-eigenaars zelf hun slaven gingen halen in het binnenland van de koloniën.

    Slide 25 - Quizvraag

    Waar was het abolitionisme bijzonder actief?
    A
    Nederland
    B
    Verenigde Staten
    C
    Jamaica
    D
    Groot-Brittannië

    Slide 26 - Quizvraag

    Wat was een van de oorzaken voor het ontstaan van de Amerikaanse burgeroorlog?
    A
    De noordelijke staten wilden slavernij afschaffen en het zuidelijke staten niet.
    B
    De zuidelijke staten wilden slavernij afschaffen en de noordelijke staten niet.
    C
    De Amerikaanse president had in 1860 slavernij afgeschaft en het zuiden was het er niet mee eens,
    D
    De Amerikaanse president had in 1860 slavernij afgeschaft en het noorden was het er niet mee eens.

    Slide 27 - Quizvraag

    Wie won de Amerikaanse Burgeroorlog en wat was het gevolg?
    A
    Het Noorden won, ook de Zuidelijke staten moesten zich aan het totale verbod op slavernij houden.
    B
    Het Zuiden won, ook de Noordelijke staten moesten zich aan het totale verbod op slavernij houden.

    Slide 28 - Quizvraag

    Welk woord gebruikt met voor "de vrijlating van slaven".
    Later wordt het ook gebruikt voor het toekennen van gelijke rechten aan andere groepen.

    Slide 29 - Open vraag

    Leerdoel 3
    Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

    Slide 30 - Tekstslide

    Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
    Niks
    Weinig
    Redelijk
    Veel

    Slide 31 - Poll


    Nederland schaft slavernij af


    • Nederland schaft pas laat de slavernij af: 1863
    • Pas als het economisch niet meer zo interessant wordt, wordt slavernij stapje voor stapje afgeschaft.
    • Slavenhouders kregen 300 gulden per vrijgelaten tot slaaf gemaakten.
    • Sommigen vrijgelatenen werden verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken








      Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken

      Slide 32 - Tekstslide

      Stap 2: Lees de leertekst "Afschaffing in de Nederlandse koloniën"

      Stap 3: Maak opdracht 8, 9 en 10

      Klaar? Ga verder met leerdoel 4.


      Stap 1: Bekijk beide video's over Slavernijherdenking en de afschaffing van slavernij

      Slide 33 - Tekstslide

      Leerdoel 3
      Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

      Slide 34 - Tekstslide

      Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
      Niks
      Weinig
      Redelijk
      Veel

      Slide 35 - Poll

      Wanneer schaft Nederland in Suriname en op de Antillen slavernij af?
      A
      1860
      B
      1863
      C
      1870
      D
      1883

      Slide 36 - Quizvraag

      Waarom waren de meeste slaven in 1873 alsnog "slaaf" in de Nederlandse koloniën?
      A
      Omdat ze graag door bleven werken voor hun voormalig eigenaar.
      B
      Omdat ze nog 10 jaar voor hun eigenaar moesten werken, dat was onderdeel van de regeling.
      C
      Omdat ze een schadevergoeding bij elkaar moesten werken voor hun voormalig eigenaar.
      D
      Omdat ze toen opnieuw konden worden verkocht als werknemer.

      Slide 37 - Quizvraag

      Hoe heet de feestdag over de bevrijding van slaven op 1 juli?

      Slide 38 - Open vraag

      Plantage-eigenaren moesten op zoek naar nieuwe landarbeiders, daarvoor werden contractarbeiders gezocht (kwamen vanuit andere werelddelen).
      Welke omschrijving legt het beste hun werkomstandigheden uit?
      A
      Contractarbeiders waren vrij en hadden voldoende loon om te kunnen overleven.
      B
      Contractarbeiders waren niet vrij en hadden niet voldoende loon om rond te kunnen komen.
      C
      Contractarbeiders waren vrij en hadden vaak net genoeg geld om terug te kunnen keren naar hun moederland
      D
      Contractarbeiders waren vrij, maar hadden een slecht loon waardoor ze niet konden terugkeren naar eigen land.

      Slide 39 - Quizvraag

      De afschaffing van slavernij heeft het leven van veel mensen positief veranderd.
      0100

      Slide 40 - Poll

      Leerdoel 4
      Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom in onze tijd veel belangstelling bestaat voor de geschiedenis van slavernij.

      Slide 41 - Tekstslide

      Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
      Niks
      Weinig
      Redelijk
      Veel

      Slide 42 - Poll

      Slide 43 - Video

      Leerdoel 4
      Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom in onze tijd veel belangstelling bestaat voor de geschiedenis van slavernij.

      Slide 44 - Tekstslide

      Afsluiting
      Vragen?
      Herhaling?
      Onduidelijkheden?

      Slide 45 - Tekstslide

      Vragen? Onduidelijkheden? Herhalen?

      Slide 46 - Open vraag