Prepositions of time and place (on/in/at)

Prepositions
Prepositons of time & place 
IN
ON
AT
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Prepositions
Prepositons of time & place 
IN
ON
AT

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

I was born ............ November.
A
In
B
On
C
At
D
By

Slide 3 - Quizvraag

I always go swimming ........ the summer.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 4 - Quizvraag

The exercise is ........ page 23.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 5 - Quizvraag

I live ... the Netherlands.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 6 - Quizvraag

He woke me up ... the middle of the night.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 7 - Quizvraag

I fell asleep ... the car.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 8 - Quizvraag

Choose between on/in/at:
I'll see you .... 11 am!

Slide 9 - Open vraag

Choose between on/in/at:
I was born ... 7 August 2002.

Slide 10 - Open vraag

Choose between on/in/at:
He put the book ... the desk.

Slide 11 - Open vraag

Choose between on/in/at:
We can meet ... my house

Slide 12 - Open vraag

Ik weet het verschil tussen on/in/at
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Tekstslide

Werkblad
Exercise 1 & 2 : Vul de juiste voorzetsel in ( on,in,at)
Exercise 3: 
-Maak Engelse zinnen. Gebruik een voorzetsel (On,it,at)
- Let op hoofdletters,  woordvolgorde en punten. 
Bijvoorbeeld: I  was in Greece last week. 

Slide 15 - Tekstslide