H8.1 Koolwaterstoffen

H8.1 Koolwaterstoffen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H8.1 Koolwaterstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Moleculen kun je weergeven met een molecuulformule of een structuurformule

Bindingen binnen moleculen: metaalbindingen, atoombindingen
Bindingen tussen moleculen: Vanderwaalsbinding, waterstofbruggen

Covalentie is het aantal bindingen dat een atoomsoort kan maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de covalentie van silicium?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de molecuulformule van deze stof?
A
C₈H₁₀O₂
B
C₆H₁₀O₂
C
C₆H₁₂O
D
C₈H₁₀N₂

Slide 4 - Quizvraag

Voor vandaag: 
H8.1 Koolwaterstoffen

Wat is een koolwaterstof? 

Structuur van koolwaterstoffen

Aardolie

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een koolwaterstof?
Moleculen die uit koolstof (C) en waterstof (H) bestaan. 

Heel veel stoffen zijn koolwaterstoffen, bijvoorbeeld: 

Kunststoffen/plastics zoals PET
Stoffen in je lichaam zoals DNA
Stoffen in planten zoals cellulose
Stoffen in eten zoals glucose

Slide 6 - Tekstslide

Welke stof is een koolwaterstof?
A
Keukenzout
B
Koolstofdioxide
C
Ethanol
D
Water

Slide 7 - Quizvraag

Ethanol structuur:

Slide 8 - Tekstslide

Structuur van koolwaterstoffen
Koolwaterstoffen zijn ketens van C en H atomen. 

De eenvoudigste ketens noemen we alkanen
Maar je kan veel verschillende soorten ketens maken. 

Vertakt of onvertakt
Verzadigd of onverzadigd
Polymeren

Slide 9 - Tekstslide

Alkanen

Slide 10 - Tekstslide

Tekenen van alkanen
Bij grote alkanen is het veel werk om alle H's op te schrijven. 

Dan kan je een verkorte notatie gebruiken: 

Slide 11 - Tekstslide

Vertakt of onvertakt
Vertakt = een C-atoom zit vast aan meer dan 2 andere C-atomen.
Onvertakt = C-atomen zitten maximaal aan 2 andere C-atomen. 
Alkanen zijn onvertakte koolwaterstoffen. 

Slide 12 - Tekstslide

Verzadigd of onverzadigd
Verzadigd = alleen enkele bindingen tussen de C-atomen.
Onverzadigd = bevat dubbele bindingen tussen de C-atomen. 
Alkanen zijn verzadigde koolwaterstoffen. 

Slide 13 - Tekstslide

Polymeren
Polymeer = koolwaterstof met een stukje dat zich herhaalt. 
Monomeer = het stukje dat zich herhaalt, waaruit een polymeer bestaat.
Grote alkanen zijn polymeren (methaan en ethaan dus niet). 

Slide 14 - Tekstslide

Van monomeer naar polymeer

Slide 15 - Tekstslide

Is dit molecuul vertakt/onvertakt en verzadigd/onverzadigd?
A
Vertakt, verzadigd
B
Vertakt, onverzadigd
C
Onvertakt, verzadigd
D
Onvertakt, onverzadigd

Slide 16 - Quizvraag

Is dit molecuul vertakt/onvertakt en verzadigd/onverzadigd?
A
Vertakt, verzadigd
B
Vertakt, onverzadigd
C
Onvertakt, verzadigd
D
Onvertakt, onverzadigd

Slide 17 - Quizvraag

Is dit molecuul vertakt/onvertakt en verzadigd/onverzadigd?
A
Vertakt, verzadigd
B
Vertakt, onverzadigd
C
Onvertakt, verzadigd
D
Onvertakt, onverzadigd

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Is dit molecuul een polymeer?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
Maak de volgende opgaven uit H8.1: 
3, 4, 5, 6, 7

Slide 21 - Tekstslide

Stap 3: de koolwaterstoffen worden gescheiden op basis van kooktraject.
Hoe noem je zo'n scheidingstechniek?
A
Kristalliseren
B
Destilleren
C
Absorberen
D
Extraheren

Slide 22 - Quizvraag

Vul in:
Het aan elkaar koppelen van ........ door het proces van ....... vormt .........
A
monomeren, hydrolyse, polymeren
B
polymeren, dimerisatie, monomeren
C
monomeren, comerisatie, koolwaterstoffen
D
monomeren, polymerisatie, polymeren

Slide 23 - Quizvraag

Hoe worden verzadigde koolwaterstoffen genoemd?
A
Alkanen
B
Alkenen
C
Alkynen

Slide 24 - Quizvraag

koolwaterstoffen; benzine heeft moleculen met 5-8 C-atomen. Een molecuul met 5 C-atomen heet
A
propaan
B
butaan
C
pentaan
D
hexaan

Slide 25 - Quizvraag

hoe heten de alkanen met 1,2,3 en 4 koolwaterstoffen
(Op de goede volgorde)
A
methaan, propaan, butaan en ethaan
B
butaan, ethaan, propaan, methaan
C
butaan, propaan, ethaan en methaan
D
methaan, ethaan, propaan en butaan

Slide 26 - Quizvraag

Bij een volledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan
A
steeds verschillende reactieproducten
B
roet en giftig koolmonoxide
C
koolstof en waterstof
D
water en koolstofdioxide

Slide 27 - Quizvraag

Tot welke categorie(ën)
behoort deze koolwaterstof?
A
Vertakte koolwaterstoffen
B
Onverzadigde koolwaterstoffen
C
Alkenen
D
Isomeren

Slide 28 - Quizvraag

Zijn deze koolwaterstoffen isomeren van elkaar?
A
JA
B
NEE

Slide 29 - Quizvraag

Bij het kraken van een koolwaterstof ontstaan...


A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
aromatische koolwaterstoffen
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 30 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar?
A
Isomeren hebben dezelfde molecuulformule maar een andere structuurformule
B
In koolwaterstoffen kunnen waterstofatomen vervangen worden door halogeenatomen
C
De systematische naamgeving van vertakte alkanen, halogeenalkanen en alkenen verloopt volgens vaste regels
D
Isomeren hebben dezelfde molecuulformule en dezelfde structuurformule maar de molecuulmassa is verschillend.

Slide 31 - Quizvraag


De koolwaterstoffen die hiernaast staan horen bij dezelfde groep. Welke groep is dit?
A
alkanen
B
alkenen
C
alcoholen

Slide 32 - Quizvraag

Koolwaterstoffen behoren dus tot de groep van de ....
A
metalen
B
zouten
C
edelgassen
D
moleculaire stoffen

Slide 33 - Quizvraag