Criminaliteit & rechtstaat kerndoel 4

Rol van de overheid - deel 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rol van de overheid - deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
--> Weten welke overheidsorganen criminaliteit voorkomen en bestrijden

--> Weten welke verschillende soorten beleidsmaatregelen er zijn om criminaliteit tegen te gaan. 
--> Weten wat preventief en respressief beleid is, wanneer welk beleid wenselijk is en toegepast wordt.
--> De visie en standpunten van politieke partijen en stromingen over criminaliteit kennen. Kunnen beoordelen of beleidsmaatregelen effectief en wenselijk zijn.


Slide 2 - Tekstslide

Wetgevende macht
Wetgevende macht bepaalt wat strafbaar
is. Legt dat vast in wetten en wetswijzigingen. 
» Op landelijk niveau is dat het parlement
en de regering. Stellen misdrijven én
overtredingen vast. 
» Op lokaal niveau is dat de gemeenteraad. 
De gemeenteraad kan alleen
overtredingen vaststellen, geen
misdrijven

Slide 3 - Tekstslide

Rechterlijke macht
Rechterlijke macht beoordeelt of wetten
goed worden nageleefd en doet uitspraak
in conflicten. Rechters in Nederland zijn
onafhankelijk en onpartijdig.

Slide 4 - Tekstslide

Uitvoerende macht
de uitvoerende macht zorgt ervoor dat de
wetten uitgevoerd en nageleefd worden.
Ministers zorgen voor het uitvoeren van de wetten. Denk bijvoorbeeld aan de minister van Justitie en Veiligheid. Het Openbaar Ministerie (OM), de officier van jusitie en de politie zijn verantwoordelijk voor de opsporing van strafbaar gedrag.

Op lokaal niveau hebben de burgemeester en wethouders de uitvoerende macht. Zij zorgen ervoor dat de besluiten van de gemeenteraad worden uitgevoerd. Ze hebben een driehoeksoverleg tussen burgemeester, officier van justitie en politie over de aanpak van criminaliteit. De burgemeester is verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde in de gemeente.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten beleid 
1.  Opsporingsbeleid
2. Vervolgingsbeleid
3. Jeugdbeleid
4. Gevangenisbeleid 
5. Preventief beleid
6.  Repressief beleid

Slide 6 - Tekstslide

beleid
Opsporingsbeleid: Welke vormen van criminaliteit verdienen extra aandacht? Publieke opinie:  zinloos geweld, seksueel geweld, fraude, milieudelicten, wapenbezit, computercriminaliteit en drugscriminaliteit.

Vervolgingsbeleid: De minister van Justitie en Veiligheid maken samen met het Openbaar Ministerie (OM) afspraken over het vervolgen van misdrijven. Een voorbeeld hiervan is het snelrecht, zodat verdachten van criminaliteit snel gestraft kunnen worden. Denk aan winkeldiefstal en voetbalvandalisme.


Slide 7 - Tekstslide

Beleid
Gevangenisbeleid: Hierbij worden afspraken gemaakt over de behandeling en opvang van gevangenen. Bijvoorbeeld over hoeveel gevangen in één cel mogen worden opgesloten of wanneer iemand met proefverlof mag.
Jeugdbeleid: Om jeugdcriminaliteit tegen te gaan wordt er ingezet op meer toezicht en controle. Daarom wordt er geïnvesteerd in onderwijs, buurthuizen om zo te voorkomen dat jongeren gaan spijbelen, zonder diploma van school gaan en in de criminaliteit belanden. Als jongeren gestraft worden is dat meestal een zinvolle straf, zoals vanuit HALT of werkprojecten.

Slide 8 - Tekstslide

preventief en repressief 
Preventief beleid
Bij de aanpak van veelvoorkomende en ‘kleine’ criminaliteit ligt de nadruk op preventie (voorkomen).
Preventieve maatregelen zijn erop gericht criminaliteit te voorkomen.
sociale controle, prettige woonomgeving, voorlichting. 
Repressief beleid
Bij de bestrijding van zware, georganiseerde criminaliteit ligt de nadruk op repressieve maatregelen. Hier treedt politie en justitie streng op en deelt de rechter zware straffen uit.  Repressieve maatregelen zijn erop gericht om criminaliteit te onderdrukken / te straffen.
Wordt vaak toegepast bij zware misdrijven. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

partijen
Linkse partijen meer voor?

Rechtse partijen meer voor?


Slide 11 - Tekstslide

Hoe gebruikt de politie de camera’s volgens de tekst?
A
Als opsporingsmiddel
B
Als preventiemiddel
C
Als gevangenisbeleid
D
Als santiemiddel

Slide 12 - Quizvraag


Op lokaal niveau vindt er overleg plaats om criminaliteit aan te pakken. Dit heet het driehoeksoverleg.

Uit wie bestaat het driehoeksoverleg?
A
Gemeenteraadsleden, boa’s en politie
B
Minister van justitie, de burgemeester en wethouders
C
Officier van justitie, politie en de burgemeester
D
Politie, wethouders en boa’s

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Hieronder staan vier soorten beleid ten aanzien van criminaliteit:
gevangenisbeleid, jeugdbeleid, vervolgingsbeleid, preventief beleid

Van welke twee soorten beleid is sprake bij de methode BASTA!? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Begrippen invullen
Tijd om de begrippenlijsten bij te werken van kerndoel 3 en 4.

Daarna: Vragen maken van kerndoel 4 op papier (boekje heb je vorige week van mij gekregen). 

Slide 16 - Tekstslide