Paragraaf 12.2 - Verwantschap

12.2 Verwantschap
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt in het kort beschrijven hoe het leven op aarde zich heeft ontwikkeld
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

12.2 Verwantschap
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt in het kort beschrijven hoe het leven op aarde zich heeft ontwikkeld

Slide 1 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Hoe ontwikkelde het leven op aarde zich?

  • De aarde is ongeveer 4,5 miljard jaar geleden ontstaan
  • De eerste levensvormen ontstonden ong. 3,5 miljard jaar geleden
    en leken op bacteriën
  • Volgens de evolutietheorie zijn alle organismen die nu leven, uit deze
    eenvoudige levensvormen ontstaan

  • In het begin was er geen zuurstof in de atmosfeer, zuurstof in de atmosfeer is ontstaan door fotosynthese
  • De eerste planten en dieren ontstonden in het water, pas 900 miljoen jaar geleden. Uit eencellige organismen ontstonden meercellige organismen
  • Dieren verschenen zo’n 400 miljoen jaar geleden op het land. Uit amfibieachtige dieren zijn reptielen en zoogdieren (ook mens) ontstaan

Slide 2 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Geschiedenis van leven op aarde

Slide 3 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
  • Wat? Maken 12.2 – Opdracht 1 t/m 8
  • Hoe? Blz. 161 t/m 165
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 8 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 4 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe fossielen ontstaan

Slide 5 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Hoe zijn fossielen ontstaan?


  • Fossielen > oude overblijfselen van hele organismen of resten van organismen
  • Meestal worden alleen de harde delen van organismen een fossiel
  • Fossielen ontstaan als overblijfselen bedekt raken met lagen zand of klei,
    die daarna verstenen
  • Fossielen bewijzen dat er vroeger andere
    organismen leefden dan tegenwoordig

Slide 6 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
  • Wat? Maken 12.2 – Opdracht 9 t/m 14
  • Hoe? Blz. 166 t/m 169
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 9 t/m 14 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 7 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen dat verwante soorten uit een gemeenschappelijke voorouder ontstaan zijn
  • Je kunt in het kort beschrijven hoe de mens en andere mensapen zijn verwant

Slide 8 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Hoe zie je dat soorten verwant zijn?





  • Hoe soorten aan elkaar verwant zijn is weergegeven in een verwantschapsschema
    - bestaat uit een lijst met aftakkingen
    - soorten die ‘kort’ geleden een gemeenschappelijke voorouder hadden staan dicht bij elkaar in het schema, zij zijn nauw verwant aan elkaar

Slide 9 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Verwantschap weergeven




  • In de afbeelding rechtsboven is een verwantschapsschema weergegeven
    - Vogels en reptielen zijn nauwer aan elkaar verwant dan amfibieën en vogels (vogels en reptielen staan dichter bij elkaar)
    - Uit voorouder A (zonder wervelkolom) is voorouder B ontstaan met een wervelkolom. Dus uit de ongewervelde dieren ontstonden gewervelde dieren

Slide 10 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
Hoe zijn mensen verwant aan apen?

  • Mensapen hebben gemeenschappelijke kenmerken
    - opponeerbare duim > duim waarmee je iets kan vastpakken
  • Ook verschillen tussen mensapen en mensen
    - meeste mensapen hebben ook een opponeerbare grote teen; kunnen ze takken mee vastpakken en in bomen slingeren
    - mensen hebben een veel groter hersenvolume dan mensapen
    - het bekken van de mens is geschikt om rechtop te lopen, het bekken van mensapen om op handen en voeten te lopen

Slide 11 - Tekstslide

12.2 Verwantschap

Slide 12 - Tekstslide

12.2 Verwantschap
  • Wat? Maken 12.2 – Opdracht 15 t/m 23
  • Hoe? Blz. 170 t/m 175
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 15 t/m 23 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 13 - Tekstslide