Bs. 5.5: behaviour

start task 5.5 behaviour
  1. Open your book to page 118.
  2. Copy the learning goals.

Learning goals: you can...
- explain what behaviour is.
- explain what determines behaviour.
- name the difference between observation and interpretation of behaviour.
timer
5:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

start task 5.5 behaviour
  1. Open your book to page 118.
  2. Copy the learning goals.

Learning goals: you can...
- explain what behaviour is.
- explain what determines behaviour.
- name the difference between observation and interpretation of behaviour.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

lesson plan
  1. Reading together + taking notes     30
  2. Completing assignments      10

Slide 2 - Tekstslide

behaviour
Everything a human or animal does is behaviour.

Behaviour consists of responses to stimuli.

Slide 3 - Tekstslide

behaviour chain
Behaviour consists of 
actions that follow each other. / a sequence of actions

Example: hunting:  sneaking → jumping → biting → eating.

Slide 4 - Tekstslide

stimuli
Whether you do something or not depends on your motivation.

Hunger is an internal stimulus
the smell of bread is an external stimulus.








Slide 5 - Tekstslide

Innate and learned
Innate = something you can do from birth (like drinking in babies).
Learned = something you have to practise or learn (like cycling).

Slide 6 - Tekstslide

Social behaviour
Social behaviour: Behaviour of members of the same species towards each other.








Slide 7 - Tekstslide

studying behaviour

Observation = what you actually see (e.g. “the dog growls”).

Interpretation = what you think it means (e.g. “the dog is angry”).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

What
Do exercises 1-7
 (pp 121-123)
How
Help
.


Done?
Homework: finish
Check and correct (classroom).
  1. Book: Use the text and images from pages 118-121
  2. Neighbour
  3. Teacher
You may quietly work together with your neighbour.
Conversations be about the exercises.
- name the difference between observation and interpretation of behaviour.
timer
10:00
- explain what behaviour is.
- explain what determines behaviour.

Slide 12 - Tekstslide

prikkel
impuls
bewustworden

Slide 13 - Sleepvraag

Wat
Maak opdrachten 1-7
blz. 123-126
Hoe
Hulp
.


Klaar?
Huiswerk:  opdrachten afmaken
Nakijken en verbeteren (Classroom).

1) boek: gebruik de tekst en afbeeldingen van blz. 120-123  
2) buur  
3 ) docent
Je mag fluisterend samenwerken met je buur. 
Gesprekken gaan alleen over de opdrachten.
timer
10:00
- uitleggen wat gedrag is.
- uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
- het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.



Slide 14 - Tekstslide

Thema 5: Waarneming en gedrag
Paragraaf 5: Gedrag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

3

Slide 17 - Video

01:38
Waarom zoveel moeite doen?
A
Omdat hij zich verveelt
B
Om te laten zien dat dit zijn territorium is
C
Om een vrouwtje zijn eieren in te laten leggen
D
Om een ander stekelbaarspaartje te helpen

Slide 18 - Quizvraag

03:00
Hoe worden deze handelingen in een vaste volgorde genoemd? Een ..

Slide 19 - Open vraag

04:38
Wat is de prikkel die ertoe leidt dat het mannetje 'het gekke ding' aanvalt?

Slide 20 - Open vraag

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens doet
B
Alles wat een dier doet
C
Alles wat een mens of dieren doet
D
Het observeren van dieren

Slide 21 - Quizvraag

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
een verandering in je omgeving waarop je kunt reageren
B
iets wat een mens of dier doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag

Slide 22 - Quizvraag

Sociaal gedrag is ...
A
gedrag tussen dieren
B
gedrag tussen mensen
C
aardig gedrag
D
gedrag tussen soortgenoten

Slide 23 - Quizvraag

Aangeboren gedrag is gedrag dat je zelf al kan, zonder het te moeten leren
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een interpretatie?
A
De kat heeft zijn staart omhoog met het puntje gebogen
B
De kat is vriendelijk

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een inwendige prikkel?
A
Pijn omdat je je teen stoot
B
Nodig moeten plassen
C
De geur van je eigen bed
D
Het zien van een stuk taart

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video