les assertiviteit


Les ASSERTIVITEIT

Lees en bekijk en maak!
succes!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Les ASSERTIVITEIT

Lees en bekijk en maak!
succes!

Slide 1 - Tekstslide

Dit is het doel van de les:
  1. Je weet de betekenis van de begrippen: assertiviteit, sub-assertiviteit en agressiviteit.
  2. Je kunt oorzaken noemen van, sub-assertief gedrag
  3. Je reflecteert op je eigen gedrag.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Sub-assertiviteit:

  • Niet durven opkomen voor je eigen belangen en behoeften.
  • De ander over je heen laten lopen.
  • Vindt het moeilijk om complimenten te ontvangen.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk 2 redenen waarom iemand niet assertief durft te zijn:

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Als je non-assertief reageert, wacht je eerst af wat anderen vinden.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 10 - Quizvraag

Als je non-assertief reageert, durf je geen kritiek te geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Jessica is stagiaire. Tijdens een teamvergadering vraagt leidinggevende Tim haar mening. Jessica reageert zichtbaar opgelaten. "Ja, nou ja, ik weet het eigenlijk niet zo. Ik loop hier maar stage."
A
Dit is een assertieve reactie.
B
Dit is een non-assertieve reactie.
C
Dit is een agressieve reactie.

Slide 12 - Quizvraag

Vicky werkt op een kinderdagverblijf. Ze heeft het gevoel dat haar collega haar voor de huishoudelijke klusjes laat opdraaien en maakt dit bespreekbaar. Ze zegt: "Ik merk dat ik meer huishoudelijke klusjes doe dan jij. Ik voel me er niet lekker bij. Ik wil met je praten over een eerlijke verdeling van deze taken"
A
Dit is een agressieve reactie.
B
Dit is een non-assertieve reactie.
C
Dit is een assertieve reactie.

Slide 13 - Quizvraag

Wilko spreekt zijn collega aan op het niet nakomen van afspraken. Rustig en duidelijk geeft hij aan wat er vandaag fout is gegaan. Zijn collega laat hem niet uitpraten. "Nou, alsof jij altijd je afspraken nakomt. Wat een arrogantie zeg, om mij hierop aan te spreken! Wat denk je wel!"
A
Dit is een agressieve reactie.
B
Dit is een non-assertieve reactie.
C
Dit is een assertieve reactie.

Slide 14 - Quizvraag

Assertief zijn heeft heel veel te maken met zelfvertrouwen.
Hoe komt het denk je dat mensen met WEINIG
zelfvertrouwen vaak agressief of sub-assertief reageren?

DENKVRAAG:

Slide 15 - Open vraag

Om assertief en vol zelfvertrouwen op een situatie te reageren is het belangrijk dat je jezelf accepteert zoals je bent.

Reflectievraag: Kun jij jezelf accepteren zoals je bent? (en als je antwoord nee is: wat vind je moeilijk om te accepteren aan jezelf?)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Bedenk nu zelf een VOORBEELD VAN EEN GESPREK waarin je assertief reageert.
Tip: vind je het moeilijk om te bedenken hoe je assertief reageert? Bekijk dan nog eens de vorige slide!

Slide 18 - Open vraag

Je ziet hierboven een weegschaal. Beschrijf: 
- Hoe staat de weegschaal als je assertief reageert? 
- Hoe staat de weegschaal als je agressief reageert?
           - en hoe staat de weegschaal als je sub-assertief reageert? 
(op de volgende pagina kun je je antwoord invullen!)

Slide 19 - Tekstslide

Hoe staat de weegschaal bij:
assertief, agressief en sub-assertief gedrag?

Slide 20 - Open vraag

Evaluatie:

Slide 21 - Open vraag

Upload een foto (of kies een smiley) waarmee jij duidelijk maakt hoe je deze les vond.

Slide 22 - Open vraag